In maart kwam de tweede wetsevaluatie van de Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting uit. In deze evaluatie, uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is onderzocht hoe de Wet donorgegevens in de praktijk verloopt en of er aanleiding is om deze aan te passen. Minister Hugo de Jonge heeft toegezegd deze maand te reageren.
Door Mark de Hek
De wet donorgegevens, ingevoerd in 2004, heeft als uitgangspunt dat het voor donorkinderen van belang is om te weten waar ze vandaan komen. Anoniem zaaddonorschap is vanaf dat moment dan ook niet meer mogelijk. Als een kind 16 is en wil weten wie de donorvader is moet dit bekendgemaakt worden, tenzij ‘zwaarwegende belangen’ van de donor de doorslag geven. Deze afweging tussen de belangen van de vader en het kind moet gedaan worden door het bestuur van de Stichting Donorgegevens. Voor ‘oude gevallen’, kinderen van een donor die voor de invoering van deze wet heeft gedoneerd, is echter geen belangenafweging mogelijk. Als hun donor medewerking weigert, zelfs wanneer deze destijds had gedoneerd als een ‘bekende donor’, biedt de wet geen enkele mogelijkheid om te kijken of deze weigering gerechtvaardigd is.
De wetsevaluatie is zeer kritisch over de manier waarop de Wet donorgegevens omgaat met deze oude gevallen. Het is in strijd met de strekking van de wet en niet door de wetgever beoogd dat bekende donoren de mogelijkheid kregen om anoniem te worden.[1] Daarnaast staat het op gespannen voet met internationale verdragen: het is volgens de evaluatie op goede gronden verdedigbaar dat donoranonimiteit onrechtmatig is jegens donorkinderen. Het kind heeft namelijk op grond van het Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind een rechtmatig informatiebelang bij zijn afstammingsgeschiedenis.[2] De evaluatoren vragen zich af of de wetgever zich de werking van dit verdrag wel voldoende heeft gerealiseerd en noemen nader onderzoek dringend geboden.[3] De minister wordt aanbevolen om te verduidelijken dat een switch van bekendheid naar anonimiteit niet mogelijk is, en dient zich te nader te beraden over de situatie met B-donoren die al geswitcht zijn naar anonimiteit.[4]
Naast de wetgever krijgen ook de klinieken die bekende donoren hebben aangeboden om anoniem te worden ervan langs. Omdat het de bedoeling is dat alleen anonieme donoren hun status kunnen wijzigen, is deze werkwijze volgens de evaluatie in strijd met de Wet donorgegevens.[5] Het is op goede gronden verdedigbaar dat hun handelswijze onrechtmatig is jegens het donorkind.[6]
Tenslotte wordt ook de Stichting Donorgegevens op de vingers getikt. Omdat de eerste donorkinderen van na de invoering van de wet 16 zullen worden in 2021, moet er spoedig worden nagedacht over de manier waarop de belangenafweging gaat plaatsvinden. Nu de Stichting hier nog geen procedure voor heeft bedacht, beveelt de evaluatie aan om een adviescommissie in te richten, waarin uiteenlopende expertises (psychologie, pedagogiek en mensenrechten) zijn vertegenwoordigd. Deze commissie zal de belangen moeten toetsen en het bestuur van de Stichting Donorgegevens moeten adviseren.
SAP Advocaten staat donorkind Maria bij, die middels een procedure eist dat de gegevens van haar donorvader bekend worden gemaakt. Deze donor heeft bij de invoering van de Wet donorgegevens zijn status gewijzigd van bekend naar anoniem. https://www.sapadvocaten.nl/donorkind-eist-identiteit-van-verwekker-bij-de-rechter/
[1] Tweede Wetsevaluatie Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting, p. 53, 163.
[2] Tweede Wetsevaluatie Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting, p. 37, 174.
[3] Tweede Wetsevaluatie Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting, p. 53.
[4] Tweede Wetsevaluatie Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting, p. 164.
[5] Tweede Wetsevaluatie Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting, p. 10.
[6] Tweede Wetsevaluatie Wet Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting, p. 13, 174.