Uitspraak Hof Amsterdam | Shockschadevergoeding
Wat vooraf ging
Milica van Doorn werd in de nacht van 7 op 8 juni 1992, op weg van een feestje naar huis, verkracht en met extreem geweld om het leven gebracht. De dader liet haar zwaar toegetakeld en half ontkleed achter in een sloot, bedekt met riet. De zaak bleef lang onopgelost.
26 jaar na de moord is er een doorbraak in de zaak. Door nieuwe ontwikkelingen op het gebied van DNA-onderzoek, kon een grootschalig DNA-verwantschapsonderzoek worden uitgevoerd. Dit heeft geleid tot aanhouding van de verdachte. Na zijn arrestatie bleek dat het DNA-materiaal van de verdachte, 100% matchte met het aangetroffen DNA-spoor in het lichaam van Milica. De verdachte kreeg een celstraf opgelegd van 20 jaar voor verkrachting en doodslag. Na de strafprocedure heeft de familie van Milica een civiele procedure aangespannen tegen de in de strafzaak veroordeelde dader.
Waar ging het om in deze civiele zaak?
Dit betreft een uitspraak van het Hof Amsterdam waarin de vader en zus van Milica een zogenaamde shockschadevergoeding en vergoeding van de begrafeniskosten vorderen. Bij een shockschadevergoeding gaat het om een vergoeding die wordt toegekend als gevolg van een schok. Bij deze schade ben je niet zelf gewond geraakt, maar wel op een schokkende wijze geconfronteerd met de gruwelijke gevolgen van een ongeval of misdrijf, ter plekke of (kort) daarna. Wanneer door deze hevige emotionele schok geestelijk letsel ontstaat, kan de schade als gevolg daarvan worden verhaald bij de aansprakelijke partij.
De eerdere beoordeling
De rechtbank wees in eerste instantie een bedrag van € 10.000 (+ rente vanaf de datum van de confrontatie toe), ten aanzien van de vader van Milica. De shockschadevergoeding van de zus wees de rechtbank af. De vader en zus besluiten in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak van de rechtbank.
De veroordeelde dader verweert zich in hoger beroep tegen beide shockschadevorderingen en doet onder andere een beroep op verjaring. Het hof komt - net als de rechtbank - tot de conclusie dat het beroep op verjaring in de gegeven omstandigheden onaanvaardbaar is in dit uitzonderlijke en schrijnende geval.
Inhoudelijke behandeling
De destijds 17-jarige zus was alleen thuis toen zij bezoek kreeg van de politie en van de politie vernam dat haar zus dood was gevonden. Zij is daarnaast dagenlang geconfronteerd met de niet te camoufleren snij- en steekwonden in de hals en het gelaat van haar zus, toen zij thuis lag opgebaard. Het hof overweegt dat het onverwachtse bezoek van de politie, het aanzicht van het verminkte lichaam en de gruwelijke wijze waarop haar zus aan haar einde is gekomen, bij haar hebben geleid tot een hevige emotionele schok, hetgeen goed invoelbaar is gezien de nauwe band die zij met haar zus had en hun beider jonge leeftijd. Deze hevige emotionele schok heeft tot een ernstige depressieve stoornis geleid. Aan de vereisten voor een shockschadevergoeding is dan ook voldaan.
Vervolgens behandelt het hof de vordering van de vader van Milica, zijn vordering werd door de rechtbank al toegewezen nu de vader zijn dochter heeft moeten identificeren in het mortuarium. De veroordeelde dader stelt dat er geen sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld, nu de stoornis (PTSS) pas 27 jaar na het ontstaan daarvan is vastgesteld en de vader zich hiervoor niet heeft laten behandelen. Het hof is van mening dat vader voldoende heeft toegelicht waarom hij niet eerder is toegekomen aan het starten van psychologische hulp en bekrachtigt hiermee het oordeel van de rechtbank.
De uitspraak
Zowel vader als zus vorderen een bedrag van € 40.000 aan smartengeld. Het hof maakt aan de hand van de omstandigheden van het geval een afweging, waarbij ook rekening wordt gehouden met het feit dat de schadeveroorzakende gebeurtenis dertig jaar geleden heeft plaatsgevonden. Anderzijds wordt hiernaar juist als schade verhogende omstandigheid gekeken, nu vader en zus ernstig zijn geschaad door de bijzonder langdurige onzekerheid over de vraag wie de dader was en het daardoor zeer lang ontbreken van afsluiting van de zaak (zowel strafrechtelijk als civielrechtelijk). Het hof wijst voor zowel vader als zus een bedrag van € 10.000 (+ rente vanaf datum confrontatie) toe.
Herken je je in deze situatie?
Ben jij geconfronteerd met (de gevolgen van) een ernstig ongeval of misdrijf en wil je weten of je mogelijk in aanmerking komt voor shockschadevergoeding? Neem vrijblijvend contact met ons op om jouw situatie te bespreken, onze advocaten staan je graag te woord. Je kunt ons telefonisch bereiken (033 461 30 48) of het contactformulier op onze website invullen.
Verder lezen?
De gehele uitspraak van het Hof Amsterdam - ECLI:NL:GHAMS:2022:1607 is te lezen op rechtspraak.nl.