Volkskrant | Van onze verslaggever Willem Beusekamp
AMSTERDAM – De veertig overlevenden van de Schipholbrand van oktober 2005 krijgen van de Nederlandse staat per persoon 1750 euro aan smartengeld. Materiële schade wordt vergoed tot ongeveer 100 euro per slachtoffer.
In een brief aan raadslieden van de slachtoffers toont het ministerie van Justitie zich tevens bereid per geval te bekijken in hoeverre een slachtoffer als gevolg van de brand arbeidsongeschikt is geraakt en daardoor schade heeft geleden, of nog steeds schade lijdt.
De meeste overlevenden worden vertegenwoordigd door Martin de Witte. De Amersfoortse schadeletsel-advocaat noemt het positief dat het ministerie ‘eindelijk bereid is’ over schadevergoeding te praten. De voorgestelde procedure wijst hij niettemin als onvoldoende van de hand.
‘Wij vinden niet dat alle overlevenden over een kam kunnen worden geschoren; daarmee doe je geen recht aan de slachtoffers. Ieders situatie was in die fatale nacht anders.’ De Witte wil dat voor elk slachtoffer individueel nauwkeurig wordt uitgezocht hoe groot zijn of haar schade is, zodat de hoogte van het smartengeld per persoon anders kan uitpakken.
De Witte: ‘Dat geldt ook voor de vraag of iemand arbeidsongeschikt is geraakt. Het is helemaal niet zo moeilijk om in het land van herkomst uit te zoeken wat per individu de redelijke verwachtingen voor de toekomst zouden zijn geweest. Pas nadat alles in kaart is gebracht, kunnen de onderhandelingen met de staat worden gevoerd. Dat geldt voor het smartengeld en de eventuele vergoeding wegens arbeidsongeschiktheid.’ In het Kamerdebat over de bevindingen van de Onderzoeksraad werd vorig jaar toegezegd dat de staat ernaar zou streven tot een aanvaardbare schadeafwikkeling te komen.
Volgens Justitie kan niet worden achterhaald wat de precieze ervaringen waren van de slachtoffers. Omdat volgens het ministerie evenmin ‘in gewicht kan worden vergeleken’ wat de overlevenden hebben ondervonden, is besloten alle slachtoffers gelijk te behandelen wat betreft het smartengeld.