Smartengeld is een ander woord voor immateriële schade. Het is de vergoeding voor de geleden en de nog te lijden ‘smart’. Het is een symbolisch bedrag voor de psychische en lichamelijke gevolgen van (bijvoorbeeld) een ongeval. Het is ‘de pleister op de wond’ voor de pijn en het verdriet van een slachtoffer.
Hoe wordt de hoogte van het smartengeld bepaald? Hierbij spelen alle omstandigheden van het geval een rol. Zo kunnen de aard van de aansprakelijkheid, de aard en ernst van het letsel, de duur en intensiteit van het verdriet en de gederfde levensvreugde meewegen.
Aangezien bij bepaling van de omvang van het smartengeld alle omstandigheden een rol spelen kan de hoogte in iedere zaak verschillen. Zet tien rechters op een rij en iedere rechter zal, uitgaande van dezelfde omstandigheden, een ander bedrag noemen. Om rechters (maar ook juristen en advocaten die zaken vaak buiten de rechter om afhandelen) handvatten te geven bij de bepaling van de hoogte van het smartengeld, wordt voor zover dat mogelijk is een ‘vergelijking’ gemaakt met gevallen waarin eerder smartengeld werd toegewezen. Dat is erg lastig, omdat iedere situatie anders is.
Er wordt – zeker bij een onderwerp als smartengeld – weleens gesteld dat de Nederlandse praktijk steeds meer gaat lijken op de wijze waarop men in Amerika omgaat met smartengeld. Dat is niet het geval. Het Amerikaanse rechtssysteem is fundamenteel anders en volgens ons rechtssysteem zijn lagere schadevergoedingen redelijk dan dat in Amerika gebruikelijk is. Er kan bij de vergelijking met eerdere gevallen dan ook geen aansluiting worden gezocht bij Amerikaanse zaken. Dat neemt echter niet weg dat er bij bepaling van de omvang wel naar ontwikkelingen in het buitenland mag worden gekeken. Vaak gaat het dan om vergelijking met andere EU-landen die een vergelijkbaar rechtstelsel als de onze hebben.
De laatste tijd wordt er door rechtswetenschappers geconstateerd dat de smartengeldbedragen in Nederland, in tegenstelling tot andere EU-landen, vrijwel gelijk blijven. Dit terwijl er goede argumenten zijn om niet alleen te kijken naar vergelijkbare gevallen uit het verleden. Zo is er sprake van een veranderende gevoelswaarde van geld en zijn ook de maatschappelijke opvattingen over de compensatie van leed anders dan een aantal jaren geleden. Rechters die de hoogte van het smartengeld moeten vaststellen lijken zich dit de laatste tijd te realiseren. In de praktijk betekent dit dat er dus minder krampachtig wordt vastgehouden aan vergoedingen die in eerder door rechters aan een slachtoffer werd toegekend en dat de smartengeldvergoedingen (iets) hoger worden. Dit is dus een stap in de goede richting voor het slachtoffer.