Jasper Keizer: slachtoffer van een overtreding moet naar de rechter kunnen stappen
Een werkstraf van 120 uur en een boete van € 9.000 voor het toebrengen van een dubbele beenbreuk. Op het eerste gezicht niets nieuws onder de zon. Maar wat nu als deze dubbele beunbreuk wordt toegebracht door een overtreding tijdens een voetbalwedstrijd? Is een forse werkstraf en een hoge boete dan ook op zijn plaats? Of ligt de grens in zulke gevallen toch echt ergens anders?
Voetbaltrainer Gertjan Verbeek liet zich in een gesprek met Radio 1-programma ‘Dit is de dag’ negatief uit over deze gang van zaken die volgens hem veel te ver gaat. Hij wees op de consequenties van de uitspraak van de rechter. ‘Bij verreweg de meeste voetbalwedstrijden die op zaterdag en zondag worden gespeeld worden geen opnames gemaakt. De beoordeling van een ‘doodschop’ wordt dan nattevingerwerk en heel erg subjectief. Daarnaast kan de meest onschuldige situatie een ernstige blessure opleveren. Afgaan op alleen de blessure is dus geen optie. Bovendien heeft de KNVB een speciale afdeling die zich bezig houdt met het beoordelen van overtredingen. Het kan nodig zijn dat een speler voor een overtreding ook strafrechtelijk vervolgd moet worden, maar in principe is het de KNVB die de harde slidings beoordeelt.’
Jasper Keizer was dit in hetzelfde radioprogramma niet met hem eens, en denkt dat het een goede zaak is dat er naast de tuchtrechtelijke vervolging bij de KNVB een procedure bij de rechtbank kan volgen. ‘Bij excessieve gevallen, zoals een harde tackle van achteren, neem je het risico dat je de tegenstander blesseert. Deze tackles zijn dusdanig ernstig dat een procedure bij de rechter voor de hand ligt.’ Keizer wijst ook op de signaalfunctie van een dergelijke aanpak. ‘Spelers zullen hun speelstijl aanpassen wanneer ze weten dat de rechter meekijkt.’
Verbeek waarschuwt voor wildgroei als sporters zelf naar de rechter kunnen stappen omdat ze een blessure hebben opgelopen. ‘Voor het minste of geringste zal men proberen een schadevergoeding te krijgen. Bovendien is het voetbal eigen dat je jezelf aan bepaalde risico’s blootstelt. Dat is niet alleen in het voetbal zo, maar ook bij bijvoorbeeld rugby. Je weet dat je je kan bezeren maar dat risico hoort er nu eenmaal bij.’ Wel ziet Verbeek heil in het idee om de KNVB te laten beslissen of een zaak zo ernstig is dat de rechter eraan te pas moet komen.
Verbeek staat daarmee lijnrecht tegenover Keizer die niet inziet waarom het slachtoffer van een excessieve tackle de gang naar de rechter niet zelf zou kunnen maken. Zeker in ernstige gevallen. Voor wildgroei hoeven we volgens Keizer niet te vrezen zolang er goede en duidelijke reglementen worden gemaakt die de bewijsproblemen omtrent overtredingen oplossen. ‘Denk bijvoorbeeld aan deskundigen die door de rechter kunnen worden opgeroepen om hun visie te geven op de ernst van een overtreding. Iets waarmee de rechter niet onbekend is, aangezien vrijwel alle letselschadezaken tegen dezelfde bewijsproblemen aanlopen.’