Brabants Dagblad | AMERSFOORT (ANP) – Slachtoffers en nabestaanden van de Q-koorts kunnen het snelst en het best hun schade bij de boeren verhalen. Dat zegt letselschade-advocaat Martin de Witte uit Amersfoort maandag. Een schadevergoeding van de Nederlandse overheid afdwingen duurt langer en is omslachtiger, meent hij.
„Als iemand ziek wordt van een bacterie, dan kun je daarvoor een bedrijf aansprakelijk stellen”, verduidelijkt de advocaat. „In dit geval via een boerenbedrijf dat verantwoordelijk zou kunnen zijn voor de besmetting. Zieken en nabestaanden kunnen via deze weg veel sneller een schadevergoeding krijgen. Boeren zijn hier immers voor verzekerd.”
Iemand die een beroep op zo’n schadevergoeding doet, hoeft volgens De Witte niet aan te tonen welke agrariër er precies voor de besmetting verantwoordelijk is. „In het burgerlijk wetboek is er een regeling voor groepsaansprakelijkheid”, vertelt de advocaat. Dat betekent dat de boeren onderling moeten uitmaken bij wie de gewraakte bacterie in een bepaald geval vandaan zou kunnen komen.
De epidemie begon in 2007 met 168 mensen die de Q-koorts kregen. Een jaar later meldden zich al duizend mensen met Q-koorts en het jaar daarop 2200. Inmiddels zouden elf mensen aan de ziekte zijn overleden.
In Nederland zijn onnodig veel mensen zwaar ziek geworden door de Q-koorts, stellen verschillende GGD-artsen en microbiologen. Zij menen dat de belangen van de geitenboeren (waar de ziekte vandaan komt) zwaarder zijn gewogen dan de volksgezondheid.
Het overheidsbeleid zou negatieve invloed hebben gehad op de uitbraakbestrijding, zo maakte het televisieprogramma Zembla op uit een intern rapport van de GGD, vertrouwelijke brieven en ambtelijke gespreksverslagen. De GGD-regio’s zeiden grote moeite te hebben gehad om het probleem van de Q-koorts in kaart te brengen. Het virus wordt verspreid via geiten- en schapenhouderijen.