Schadevergoeding: It’s all about the money?
In de praktijk van alledag wordt schade vrijwel uitsluitend geassocieerd met geld. Als journalisten ons benaderen over een bepaalde zaak, willen ze bijvoorbeeld altijd weten hoeveel schade iemand zal ontvangen. Ook op diverse websites van letselschadebureaus wordt lustig met bedragen gesmeten. Ook (veel) verzekeraars denken vaak nog uitsluitend in geld. In de politiek wordt dan vaak gerept over “Amerikaanse toestanden”. Uitgangspunt van de wet is ook nog dat eens dat schade in geld wordt voldaan.[1] Daarom wil bij letselschade nog wel eens het beeld ontstaan dat voor het slachtoffer alleen het geld telt. Maar wat wil het slachtoffer nu werkelijk?
Gelukkig wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar de behoeften van slachtoffers van letselschadezaken.[2]Uit dat onderzoek[3] blijkt dat de behoeften van slachtoffer niet alleen maar financieel zijn. Zij willen vooral hun leven zoals dat voor het ongeval was weer op de rails krijgen. Herstel in de oude – voor het ongeval bestaande – toestand staat voor hen voorop. Ze willen de regie over hun leven en zelfstandigheid dus weer terug.
Die behoefte sluit ook mooi aan bij het centrale uitgangspunt van ons schadevergoedingsrecht, waarbij geldt dat het slachtoffer zoveel mogelijk in die voor het ongeval bestaande toestand moet worden teruggebracht.[4] In eerste instantie zal de focus daarbij liggen op fysiek of geestelijk herstel, daarna op terugkeer in werk en het oppakken van de overige normale bezigheden (sport, hobby). Helaas blijkt een volledig fysiek of geestelijk herstel vanwege de ernst van het letsel niet altijd mogelijk te zijn. Dat betekent niet dat dan alleen maar de rekenmachine moet worden gepakt, om uit te rekenen hoeveel schade iemand moet ontvangen; ook dan moet worden gekeken welke maatregelen nog nodig zijn om het slachtoffer in staat te stellen om zoveel mogelijk zijn oude leven te blijven leiden. Ook dat is een vorm van herstel. Denk bijvoorbeeld aan het geld dat nodig is om een huis van een ernstig gehandicapt geraakt slachtoffer zodanig aan te passen, dat hij in zijn eigen vertrouwende omgeving kan blijven wonen, of aan hulpmiddelen die iemand in staat stellen om zijn hobby te kunnen blijven uitoefenen. Als dan alle middelen ingezet zijn om een zo goed mogelijk herstel in de oude toestand te realiseren, zal uiteindelijk wel de spreekwoordelijke rekening moeten worden opgemaakt. Daarbij kunnen dan iemands toekomstige inkomensschade of de toekomstige kosten om in het eigen huis te kunnen blijven wonen worden berekend en worden vergoed. Ook die vergoeding heeft het karakter van herstel. Door die vergoeding kan het slachtoffer immers ook in financiële zin het leven leiden zoals hij dat zou hebben gedaan als hem het ongeval niet was overkomen.
In een letselschadezaak draait het dus niet om geld alleen: geld is het middel om het doel – herstel in de oude toestand – te realiseren.
[1] Artikel 6:103 BW: de rechter heeft wel de vrijheid om schadevergoeding in andere vorm dan betaling van een geldsom toe te kennen.
[2] Zie bijvoorbeeld de publicaties van Elbers e.a van de VU: https://www.rechten.vu.nl/nl/organisatie/bureau/privaatrecht/elbers-n-a/publications.asp
[3] Rapport “Slachtoffers en aansprakelijkheid, een onderzoek naar behoeften, verwachtingen en ervaringen van slachtoffers en hun naasten met betrekking tot het civiele aansprakelijkheidsrecht”, wodc (2007 en 2008)https://www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/slachtoffers-en-aansprakelijkheidsrecht.aspx
[4] Hoge Raad 5 december 2008, NJ 2009/387