Roekeloos gedrag van kinderen, wie betaalt de rekening?
Afgelopen zondag (7 september 2014) raakte een achtjarig meisje in Leiden gewond toen zij werd geraakt door een winkelwagentje dat door een drietal kinderen van de derde verdieping van een flat werd gegooid. Helaas vertonen kinderen vaker roekeloos gedrag of doen gevaarlijke spelletjes: Bakstenen van een viaduct naar beneden gooien, auto’s bekrassen, etc. Hoe zit het eigenlijk als kinderen (letsel)schade veroorzaken? Wie betaalt dan de rekening?
De wet heeft een speciale regeling in het leven geroepen voor schade die is veroorzaakt door kinderen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen kinderen onder de veertien jaar en kinderen tussen de veertien en zestien jaar.
Voor de gedragingen van kinderen geldt hetzelfde criterium als voor het gedrag van volwassenen. Leeftijd speelt daarbij dus geen rol. Bij de schade die kinderen in Leiden hebben veroorzaakt dient dus eerst de vraag te worden beantwoord of dat gedrag, het gooien van een winkelwagentje van de derde verdieping van een flat, onrechtmatig is volgens de wet. In dit geval zal duidelijk zijn dat als een volwassene het winkelwagentje had gegooid, diegene onrechtmatig zou hebben gehandeld. De wet bepaalt vervolgens dat als het handelen van het kind dat schade toebrengt onrechtmatig is, de ouders verplicht zijn de schade als gevolg hiervan tevergoeden. Gelukkig maar, want kinderen, en zeker kinderen tot 14 jaar, hebben vaak niet tot nauwelijks financiële middelen om de schade te vergoeden. Van een kale kip (of in dit geval een kaal kuikentje) kan men immers nietplukken.
Voor kinderen van 14 en 15 jaar geldt in de eerste plaats dat zij zelf (ook) tot vergoeding van de schade verplicht zijn wanneer aan alle voorwaarden voor aansprakelijkheid is voldaan. Naast de aansprakelijkheid van het kind, rust ook aansprakelijkheid op de ouders tenzij hen niets te verwijten valt. Bij beantwoording van de vraag of de ouders iets te verwijten valt, wordt gelet op de leeftijd en de aard van het kind, de eisen van het dagelijks leven en de levensomstandigheden van de ouders. Ouders kunnen op basis hiervan vaak onder aansprakelijkheid uit komen. Bij kinderen van deze leeftijd zijn ouders nu eenmaal vaak niet in de gelegenheid om bepaalde gedragingen te beletten. Zo hoeven ouders niet te verhinderen dat kinderen van vijftien jaar met een fiets op straat komen, waarna een ongeval plaatsvindt. Uiteindelijk is het kind dan verplicht de schade te voldoen.
Overigens is inmiddels ongeveer 80 % van de gezinnen tegen de wettelijke aansprakelijkheid van zowel de ouders als van het kind verzekerd. De kans is dus niet groot dat het slachtoffer dat schade oploopt als gevolg van gedragingen van een kind, zelf het kind van de rekening wordt.