Enkele weken geleden ging de klok alweer een uur achteruit en begon de wintertijd. Ook buiten wordt het koud en moeten we in de ochtend de ruiten alweer krabben, omdat de temperatuur een paar graden onder het vriespunt komt ’s nachts. Dit betekent dat er ook weer sprake kan zijn van gladheid op de weg. Begin deze week gingen de eerste strooiwagens alweer de weg op. Maar hoe zit het nu wanneer er een eenzijdig ongeval ontstaat door gladheid op de weg? Is iemand hiervoor aan te spreken en zo ja, wie?
In beginsel kan de wegbeheerder aansprakelijk worden gehouden voor gebreken van het wegdek op grond van artikel 6:174 Burgerlijk Wetboek. De wegbeheerder kan bijvoorbeeld de Staat of Provincie zijn, maar ook de Gemeente. Er is echter door de rechtspraak uitgemaakt dat ijzel op het wegdek niet onder het bereik van dit artikel valt, omdat ijzel geen deel uitmaakt van het wegdek zelf.
Is de wegbeheerder dan nooit aansprakelijk te stellen als er ongelukken gebeuren door gladheid? Nee, dat is niet altijd het geval. Als het glad is, dienen weggebruikers wel hun gedrag hierop aan te passen. Dit wil zeggen dat men bijvoorbeeld rustiger dient te rijden. Maar ook de wegbeheer moet maatregelen nemen om ongelukken te voorkomen en dient zout op het wegdek te strooien. Dit kan natuurlijk niet overal tegelijk, dus eerst zullen de belangrijkste wegen gestrooid te worden. Laat een wegbeheerder dit na, ondanks dat het hem bekend waas dat het glad zou zijn, dan zou zij mogelijk aan te spreken zijn voor ongevallen als deze door de gladheid zijn ontstaan.
De grens voor aansprakelijkheid voor de wegbeheerder is echter redelijk hoog, omdat ook aangepast rijdgedrag van de weggebruikers zelf wordt verwacht. In beginsel is het advies dus om bij gladheid gewoon voorzichtig te rijden om ongelukken te voorkomen.