S is als inzittende van een personenauto (A) betrokken geweest bij een eenzijdig verkeersongeval. S lag op de schoot van drie andere inzittenden. A reed met meer dan 100 km/u een kruising over waar een maximumsnelheid gold van 50 km/u, is de controle over de auto verloren en tegen een opstaand gedeelte van een betonnen brug aangereden. S is uit de auto geslingerd. S heeft niet op een zitplaats in de auto plaatsgenomen en droeg geen autogordel. Het rijgedrag van A was in de gegeven omstandigheden zo roekeloos dat er strafrechtelijk gezien sprake was van aan voorwaardelijke opzet grenzende roekeloosheid.
Causale afweging:
Rechter pakt causale verdeling en billijkheidscorrectie samen.
Wegingsfactoren:
1. S
2. S
3. Andere omstandigheden:
D = zwaar lichamelijk letsel en zeer ernstig hersenletsel.
Hoogte b.c.
onbekend
Vergoedingsplicht na b.c.
0% (S) – 100% (A)