Aanrijding tussen een fietser (S) en een stadsbus (A). S verleende op het kruispunt geen voorrang aan de voor hem van rechts komende stadsbus. A heeft onvoldoende geanticipeerd op de verkeersfouten van andere verkeersdeelnemers bij het naderen van de kruising. S liep letsel op: schedelbasisfractuur, epiduraal hematoom, oogspierparese, verminderd reukvermogen, dijbeenfractuur met operatie en sleutelbeenfractuur. Als gevolg van het letsel heeft S een conversiestoornis opgelopen. De rechter stelt in eerste instantie een causale verdeling van 70% (S) – 30% (A) vast, maar moet deze aanpassen vanwege de 50%-regel.
Causale afweging:
40% (S) – 60% (A) omdat A hiertoe in het buitengerechtelijke traject steedse bereid was.
Wegingsfactoren:
Rechtbank ziet geen aanleiding voor een billijkheidscorrectie in het voordeel van S.
Hoogte b.c.
0%
Vergoedingsplicht na b.c.
40% (S) – 60% (A)