Rb. Utrecht - 17 oktober 2012 (0%)

Ongeval tussen een voetganger (S) en een fietser (A). S liep aan de voor hem uiterste linkerzijde van de weg en droeg donkere kleding. In de binnenbocht van de weg stond een 2 meter hoge heg en in de buitenbocht laag struikgewas. A fietste aan de voor hem uiterste rechterzijde van de weg. Kort nadat A de binnenbocht naar rechts had genomen, heeft hij S frontaal geraakt. S was onder invloed van alcohol (alcoholpromillage van 2,7), maar niet aannemelijk is dat S bij het niet nuttigen van alcohol adequater op A had kunnen reageren. S en A hebben hun gedrag en plaats op de weg onvoldoende aangepast. A heeft zijn snelheid onvoldoende geminderd ondanks de onoverzichtelijkheid van de bocht en zijn voertuig niet tijdig tot stilstand kunnen brengen. S liep letsel op: hersenkneuzing/-zwelling in de linker hersenhelft en een schedelbasisfractuur.

Causale afweging:
25% (S) – 75% (A)

Wegingsfactoren:
Rechtbank ziet geen aanleiding voor een billijkheidscorrectie in het voordeel van S.

Hoogte b.c.
0%

Vergoedingsplicht na b.c.
25% (S) – 75% (A)