Rb. Oost-Brabant - 17 april 2014 (onbekend)
Aanrijding tussen een 19-jarige fietster (S) en een personenauto (A). S stak bij een kruising, geregeld door verkeerslichten, over en werd vervolgens door A aangereden. A heeft, toen het verkeerslicht op oranje sprong, gas bij gegeven en reed met 90 km/uur door rood licht. S heeft even voor het verkeerslicht stilgestaan, maar is uiteindelijk door rood licht gereden. S heeft een fout gemaakt die in beperktere mate aan het ontstaan van het ongeval heeft bijgedragen dan de fouten van A.
Causale afweging:
Exacte causale afweging wordt niet vermeld.
Wegingsfactoren:
1. S
2. n.v.t.
3. Andere omstandigheden:
C = omvangrijke schade, rolstoelafhankelijk en in dagelijkse verzorging afhankelijk van derden.
D = hersenletsel, fracturen aan sleutelbenen en ribben, klaplong en aangezichtsletsel met fracturen. Zij kent forse cognitieve en fysieke beperkingen. Als gevolg van hersenletsel heeft zij slikproblemen, moeite met praten, visusproblemen en een verstoord evenwicht.
E = jeugdige leeftijd.
Hoogte b.c.
onbekend
Vergoedingsplicht na b.c.
0% (S) – 100% (A)