Rb. Oost-Brabant - 15 januari 2013 (0%)

S is als inzittende van een personenauto betrokken geweest bij een eenzijdig verkeersongeval. De auto (A) is meerdere malen over de kop geslagen. S is uit de auto geslingerd en heeft daarbij letsel opgelopen: schedel-/hersenletsel, ruptuur van de lever, ruptuur van de rechternier en een long- en pancreascontusie. A reed onder invloed (alcoholpromillage van 1,8) en met te hoge snelheid. S kan worden verweten dat hij in de auto is gestapt wetende dat A alcohol had gedronken. S droeg geen autogordel.

Causale afweging:
40% (S) – 60% (A)

Wegingsfactoren:
Rechtbank ziet geen aanleiding voor een billijkheidscorrectie in het voordeel van S.

Hoogte b.c.
0%

Vergoedingsplicht na b.c.
40% (S) -60% (A)