S is als inzittende van een personenauto betrokken geweest bij een eenzijdig verkeersongeval. Bestuurder van de personenauto (A) heeft, terwijl het hevig regende, met extreem hoge snelheid gereden en is vervolgens de controle over de auto verloren, waarna deze een drietal bomen heeft geschampt en tegen een vierde boom tot stilstand is gekomen. De auto is daarbij in tweeën gebroken en heeft vlam gevat. A en de andere inzittenden zijn ter plaatse overleden. S heeft ernstig (hersen)letsel opgelopen en verkeert sinds het ongeval in een comateuze toestand. S droeg geen autogordel.
Causale afweging:
25% (S) – 75% (A)
Wegingsfactoren:
1. S
2. S
3. Geen andere omstandigheden.
Hoogte b.c.
15%
Vergoedingsplicht na b.c.
10% (S) – 90% (A)