Rb. Den Haag - 7 maart 2012 (20%)

Ongeval tussen een racefietser (S) op een voor fietsers verboden weg en een 11-jarige fietser (A) die de racefietser geen voorrang verleent bij een oversteekplaats. S liep letsel op: hersenletsel, neusfractuur, gebitsletsel en verwondingen aan aangezicht en kin. De rechtbank concludeert dat de aanrijding voor het merendeel te wijten is aan de fouten van S. S had aanzienlijk meer gelegenheid dan A om de aanrijding te voorkomen en had zijn snelheid in verband met het naderen van de fietsoversteekplaats moeten aanpassen.

Causale afweging:
80% (S) – 20% (A)

Wegingsfactoren:
1. S > A
2. S > A
3. Andere omstandigheden:
D = het letsel van S is niet van dien aard en omvang dat het een billijkheidscorrectie ten gunst van S rechtvaardigt.
E = de jeugdige leeftijd van A.
F = het feit dat A voor de schade is verzekerd is onvoldoende reden om een billijkheidscorrectie ten gunste van S toe te passen.

Hoogte b.c.
20% ten nadele van S

Vergoedingsplicht na b.c.
100% (S) – 0% (A)