Bestuurder (S) van een op de rechterrijbaan van de snelweg tot stilstand gekomen personenauto stapt uit en gaat de auto aan de linkerzijde duwen. Een personenbus (A), botst achterop de stilstaande auto waardoor S ernstig gewond raakt. Art. 185 WVW is niet van toepassing. Er is sprake van eigen schuld aan de zijde van S omdat hij met te weinig brandstof is gaan/blijven rijden als gevolg waarvan hij op de snelweg tot stilstand is gekomen. Daarnaast heeft hij gevaar op de weg veroorzaakt als bedoeld in art. 5 WVW. A heeft zijn voertuig niet tijdig tot stilstand kunnen brengen. De wederzijdse gedragingen hebben in gelijke mate tot de schade bijgedragen.
Causale afweging:
50% (S) -50% (A)
Wegingsfactoren:
1. S > A
2. n.v.t.
3. Andere omstandigheden:
D = S was ten tijde van ongeval 21 jaar oud. Hij liep een miltscheuring en ernstig schedelhersenletsel op. Hij heeft 2 maanden in het ziekenhuis gelegen, waarvan 12 dagen in coma. Hij is daarna opgenomen in een revalidatieafdeling voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Hij heeft blijvende ernstige motorische, cognitieve en gedragsmatige stoornissen.
Hoogte b.c.
25%
Vergoedingsplicht na b.c.
25% (S) – 75% (A)