Aanrijding tussen een hoogbejaarde voetganger (S) en een auto (A). S is bij een kruising schuin overgestoken. A heeft bij het links afslaan S niet/te laat opgemerkt, waardoor zij niet tijdig heeft kunnen remmen dan wel S heeft kunnen ontwijken. S liep een dubbele beenbreuk op. De rechtbank oordeelt dat A rekening had moeten houden met de oversteek van S. A heeft zich er onvoldoende van vergewist of de kruising vrij was. S heeft illegaal gebruik gemaakt van de rijbaan, heeft niet gebruik gemaakt van de oversteekplaats en had A voorrang moeten verlenen.
Causale afweging:
25% (S) -75% (A)
Wegingsfactoren:
1. n.v.t.
2. n.v.t.
3. Andere omstandigheden:
D = S liep een dubbele beenbreuk op. Hij heeft 10 dagen in het ziekenhuis gelegen en langere tijd in revalidatiecentrum verbleven.
E = een hoogbejaarde voetganger is over het algemeen minder bedreven in het verkeer en om die reden extra kwetsbaar.
F = de door S geleden schade wordt niet geheel door de verzekeraar gedekt. A is verplicht verzekerd voor deze schade en heeft geen schade geleden.
Hoogte b.c.
25%
Vergoedingsplicht na b.c.
0% (S) – 100% (A)