De commissie-Joustra heeft een rapport uitgebracht over de Nederlandse adoptiecultuur en de rol van de overheid. Volgens dit rapport waren er structurele misstanden bij interlandelijke adopties, en heeft de overheid nagelaten hier adequaat tegen op te treden. De vraag is wat de juridische consequenties zijn wanneer een overheid op deze wijze haar toezichthoudende rol verzaakt.
Conclusies rapport
Volgens de onderzoekscommissie waren er structurele misstanden bij interlandelijke adopties: documenten werden vervalst, er werden bewust onjuiste gegevens vermeld, er was sprake van kinderhandel, diefstal en kidnapping. Onder valse voorwendselen of morele druk werd er afstand gedaan van kinderen en er werd misbruik gemaakt van armoede.
De Nederlandse overheid was vanaf de late jaren zestig op de hoogte van adoptiemisstanden. Daarbij heeft de overheid verzuimd haar verantwoordelijkheden en verplichtingen na te komen en nagelaten in te grijpen wanneer daar aanleiding toe bestond. De signalen waren bekend bij de Nederlandse overheid, zo blijkt uit interne correspondentie van overheidsinstanties. Ook handelden overheidsambtenaren in strijd met de regels.
De overheid heeft niet effectief opgetreden tegen de misstanden. De reactie was volgens de commissie-Joustra afwezig, wegkijkend en niet handelend optredend. De Nederlandse overheid heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar toezichthoudende taak. Hoewel de overheid in algemene zin goed op de hoogte was van misstanden, is er geen, weinig of te laat actie ondernomen.
Reactie
De minister voor Rechtsbescherming heeft in een reactie op het rapport laten weten dat de overheid een actievere rol had moeten nemen om misstanden te voorkomen. Alle interlandelijke adopties worden opgeschort. De minister stelt een onafhankelijk landelijk expertisecentrum in, dat geadopteerden moet helpen op het gebied van identiteitsvragen, zoektochten en nazorg.
De minister voor Rechtsbescherming biedt zijn excuses aan en erkent dat er fouten zijn gemaakt. SAP Advocaten deed eind vorig jaar een oproep om geen beroep te doen op verjaring. De minister voor Rechtsbescherming zegt nu toe dat de overheid zich bij rechtsvorderingen in verband met adopties uit het buitenland niet langer beroepen op verjaring. De vraag is wat het rapport van de commissie betekent voor dergelijke rechtsvorderingen.
Hoe zit het juridisch?
De overheid is als toezichthouder aansprakelijk, wanneer ze zich niet heeft gedragen zoals een ‘redelijk handelend toezichthouder’ zou hebben gedaan. Als er een voorzienbaar gevaar is, en er voldoende ernstige en concrete aanwijzingen zijn dat sprake is van een normschending, moet de overheid ingrijpen.[1] Als een overheidsorgaan bekend is met een concrete niet-naleving van regels, of hier sterke aanwijzingen voor zijn, moet de overheid actief toezien en ingrijpen. Alle handhavingsregisters moeten worden opengezet.[2] Bij gevaar voor de veiligheid van personen zal de verplichting om handhavend op te treden meer prioriteit hebben, zeker wanneer daar veel mensen bij betrokken zijn.[3]
In geval van adoptiemisstanden was sprake van grove normschendingen. Er vond kinderhandel, diefstal, valsheid in geschrifte en corruptie plaats. De commissie-Joustra heeft geconstateerd dat de Nederlandse overheid hiervan op de hoogte was, omdat er vele signalen waren. Toch heeft de overheid niet ingegrepen. Omdat zij een voorzienbaar gevaar heeft laten voortbestaan en niet heeft ingegrepen en ook zelf regels heeft geschonden, heeft de overheid niet gehandeld zoals een ‘redelijk handelend toezichthouder’ zou hebben gedaan. Aangezien het om duizenden adopties per jaar ging, is een groot gevaar genegeerd. De Nederlandse Staat is dan ook juridisch aansprakelijk voor deze misstanden.
Wanneer een geadopteerde kan aantonen dat er als gevolg van gebrekkig toezicht op zijn of haar adoptie schade is ontstaan, dient de overheid deze schade te vergoeden. Hoewel de commissie-Joustra niet ingaat op individuele gevallen, zal in elk concrete geval moeten worden aangetoond dat hiervan sprake is.
SAP Advocaten staat sinds 2018 geadopteerden bij in een aansprakelijkheidszaak tegen de Nederlandse overheid. Je vindt ons dossier over adoptie hier.
[1] HR 2 juni 2017, NJ 2017/372, r.o. 3.4.4
[2] I. Giesen, Toezicht en aansprakelijkheid, een rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechtvaardiging voor de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad van toezichthouders ten opzichte van derden, Utrecht 2005, p. 118, 119.
[3] A. Bolt, ‘De uitdijende reikwijdte van de aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad, 20 jaar later: enkele opmerkingen over de aansprakelijkheid van de overheid als toezichthouder’, de Spierbundel 2016/6, par. 4.