Onze 200 jaar oude Grondwet en de letselschadepraktijk
Op 29 maart 1814 ging de “Grondwet der Vereenigde Nederlanden” van kracht. Hoewel deze eerste versie na ruim een jaar grondig werd herzien, was er in de afgelopen maand veel aandacht voor de 200ste verjaardag van onze Grondwet. Er werd zelfs een heus Grondwetfestival georganiseerd. Bezoekers van dit festival konden meedoen aan een Grondwetwandeling door Den Haag, er werden verschillende films vertoond en verschillende ministeries openden haar deuren voor nieuwsgierige bezoekers.
Of met al die activiteiten duidelijk wordt wat het belang is van onze grondwet is de vraag. Maar dát de Grondwet nog altijd zeer relevant is – ook voor de letselschadepraktijk – is de afgelopen maand wel gebleken. Er was veel ophef ontstaan over een uitspraak van de Rechtbank Den Haag. Het ging in die zaak kort gezegd om het volgende. Een meisje van Turkse afkomst werd op haar 10e aangereden door een motorfiets. Door dit ongeval liep zij ernstig en blijvend hersenletsel op. De WAM-verzekeraar van de motorrijder erkende aansprakelijkheid en de schade van het meisje kon in kaart worden gebracht. Het meisje zou nooit meer kunnen werken, dat stond vast. Hoe zou haar carrière er uit hebben gezien als zij geen ongeluk had gehad? De verzekeraar stelde zich op het standpunt dat de inkomensschade van het meisje maar beperkt zou zijn. De verzekeraar stelde onder andere dat – omdat zij een vrouw was, en van Turkse afkomst –, zij rond haar 26ste levensjaar kinderen zou hebben gekregen en daarna 10 jaar niet zou werken maar voor de kinderen zorgen. Daarna zou zij parttime zijn gaan werken. Het slachtoffer was het hier niet mee eens, maar de rechter oordeelde dat het uitgangspunt van de verzekeraar juist was, omdat zij nu eenmaal een vrouw was en liet ook meewegen dat zij een Turkse achtergrond had.
Is dat nu discriminatie of niet? De uitspraak kreeg veel media-aandacht en leidde zelfs tot Kamervragen. Minister Asscher stelde terecht dat het goed zou zijn als het slachtoffer deze kwestie aan de kaak stelt bij het College voor de Rechten van De Mens. Het slachtoffer had deze kwestie daar dan ook in maart gemeld. Het College van de Rechten van de Mens gaat nu onderzoeken of het uitgangspunt van de verzekeraar in strijd is met het discriminatieverbod van artikel 1 van de Grondwet. 200 jaar na de eerste versie van onze Grondwet, heeft de Grondwet dus allerminst aan kracht verloren en kan een beroep op de Grondwet – ook in de letselschadepraktijk – een doorbraak forceren.
Zie over deze uitspraak ook: https://www.sapadvocaten.nl/gelijke-monniken-ongelijke-kappen/