Onderzoekscommissie misbruik in sport officieel van start
Het onderzoek naar misbruik in de sport is officieel begonnen. Voorzitter Klaas de Vries, gaf op een eerste persconferentie in Den Haag toelichting op de wijze waarop zijn commissie in de komende zeven maanden onderzoek zal doen naar seksuele intimidatie en misbruik in de sport, in opdracht van sportkoepel NOC*NSF.
In een eerste persconferentie benadrukt de oud-minister dat het taboe van misbruik in de sport doorbroken moet worden: ‘Als sportverenigingen zeggen dat hun imago wordt geschaad door ermee naar buiten te treden, dan leven ze in de vorige eeuw. We moeten dit fenomeen op een volwassen manier tegemoet treden. Niet over praten is passé.’ Volgens hem is de drempel voor sporters om over hun ervaringen te vertellen vaak te hoog. ‘Mensen moeten zich niet door het taboe laten bedreigen, maar het doorbreken.’ De Vries benadrukte meerdere malen hoe belangrijk het is dat de samenleving bewuster wordt van de impact die seksueel misbruik in de sport kan hebben.
De commissie constateert op basis van eerder onderzoek in Nederland en België een groot verschil tussen het aantal meldingen en officiële klachten. Terwijl bij een enquête één op de tien sporters onder de 18 jaar matige tot ernstige vormen van seksuele intimidatie meldt, werden er maar veertig meldingen gedaan bij het Vertrouwenspunt.
Volgens de Vries kan hulp alleen worden verleend als er meldingen zijn. Daarvoor is de hulp van de media nodig. Het onderzoek kan alleen een succes worden als mensen mee gaan denken. Meldingen zijn daarbij van het grootst mogelijke belang.
In Engeland, waar honderden slachtoffers zich inmiddels hebben gemeld, is een lang gevecht gaande over de financiële compensatie. De Vries wil dat in Nederland voorkomen: ‘daar denken we niet aan.’ 16 mei