Negeren waarschuwingslampjes in auto levert ook aansprakelijkheid op
Op 29 juli 2019 heeft rechtbank Den Haag [1] een automobilist strafrechtelijk veroordeeld tot een taakstraf van 40 uur en een voorwaardelijke rijontzegging van 6 maanden, omdat hij waarschuwingslampjes voor een te lage bandenspanning heeft genegeerd. Na 21 kilometer doorrijden begon zijn stuur te trillen en is hij met een kapotte band op de linker rijstrook van de snelweg tot stilstand gekomen. Een bestuurder van een achteropkomende auto is vervolgens met 120 kilometer per uur achterop de stilstaande auto gereden en heeft hierdoor zwaar lichamelijk letsel opgelopen. In deze strafprocedure ging het enkel over de strafrechtelijke beoordeling van het gedrag van de automobilist, maar niet over de schadevergoedingsvordering van de bestuurder met zwaar lichamelijk letsel. De vraag die hier speelt is: kan de bestuurder zijn schade op de automobilist verhalen?
In de meeste gevallen is de achterop rijdende bestuurder aansprakelijk voor de schade, omdat hij onvoldoende afstand heeft gehouden. Op grond van artikel 19 RVV is een bestuurder gehouden zijn voertuig tijdig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kan overzien en waarover deze vrij is. Dit betekent dat hij zoveel afstand moet houden als nodig is om de auto nog vóór een botsing tot stilstand te brengen. Op een snelweg waar 120 kilometer per uur wordt gereden dient de tussenliggende afstand ongeveer 100 meter te zijn om een botsing te kunnen voorkomen.
Maar de achterop rijdende bestuurder is niet altijd aansprakelijk voor de schade. Zo oordeelde gerechtshof ’s-Hertogenbosch recent op 11 juni 2019 [2] dat een vrachtwagenbestuurder niet aansprakelijk is voor de aanrijding achterop een paardentrailer, omdat de paardentrailer tijdens het inhalen en invoegen voor de vrachtwagen op de rem trapte. De vrachtwagenbestuurder had hierdoor niet de gelegenheid om voldoende afstand te nemen, waardoor hij een aanrijding niet kon voorkomen. De vrachtwagenbestuurder was dan ook niet aansprakelijk voor de schade.
Wanneer een auto stilstaat op een rijbaan van een autosnelweg of autoweg, handelt de bestuurder van deze auto in strijd met artikel 43 lid 2 RVV. Op grond van deze bepaling oordeelde rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 november 2017 [3] dat de bestuurder van een stilstaande auto op een autoweg aansprakelijk is voor de schade van de achterop rijdende vrachtwagenbestuurder. De vrachtwagenbestuurder had de stilstaande auto niet tijdig opgemerkt en was vervolgens tegen de auto gereden. In deze zaak speelde ook nog dat de vrachtwagenbestuurder afgeleid was en te hard had gereden voordat hij in botsing kwam met de auto, waardoor de rechtbank oordeelde dat sprake is van eigen schuld. De rechtbank merkte hierbij op dat de vrachtwagenbestuurder zijn voertuig wel tijdig tot stilstand had kunnen brengen indien hij tijdig acht zou hebben geslagen op het verkeer voor hem. Hierdoor hoefde slechts een gedeelte van de schade van de vrachtwagenbestuurder te worden vergoed.
De benadeelde met zwaar lichamelijk letsel kan zijn schade dus waarschijnlijk wel op de automobilist verhalen die de waarschuwingslampjes heeft genegeerd en als gevolg hiervan op de linker rijbaan van de snelweg tot stilstand is gekomen. Of er ook sprake is van eigen schuld aan de kant de benadeelde en dus de schadevergoedingsverplichting dient te worden verminderd, kan ik met de gegevens uit de uitspraak van rechtbank Den Haag onvoldoende beoordelen.
Auteur: SAP advocaat – Marlou van Gerven