Letselschadeslachtoffers voor een tweede maal slachtoffer vanwege verschuldigde vermogensbelasting
Op maandag 10 april werd in het televisieprogramma Radar[1] uitgebreid aandacht besteed aan letselschadeslachtoffers die over een verkregen schadevergoeding, ieder jaar vermogensbelasting verschuldigd zijn aan de Belastingdienst.
In beginsel geldt dat letselschadeslachtoffers over hun schadevergoeding geen inkomensbelasting verschuldigd zijn. Het kan echter voorkomen dat de Belastingdienst achteraf beslist om over een gedeelte van de uitgekeerde vergoeding (veelal het verlies aan verdienvermogen) toch inkomensbelasting te heffen. Om een dergelijke naheffing te voorkomen wordt door de verzekeraar een zogenaamde belastinggarantie afgegeven. Mocht de Belastingdienst alsnog tot naheffing overgaan, dan kan men simpelweg naar de verzekeraar verwijzen.
Deze heffing van inkomensbelasting staat echter los van de verschuldigde vermogensbelasting, waaraan het programma Radar aandacht besteedde. Wanneer er een wat grotere schadevergoedingsuitkering plaatsvindt, vormt dit volgens de Belastingdienst vermogen, ondanks dat dit bedrag eigenlijk bedoeld is als een vergoeding waaruit het slachtoffer voorzieningen dient te betalen. Het heffingsvrije vermogen (waarover men geen vermogensbelasting verschuldigd is) is voor 2017 € 25.000,- en voor fiscale partners € 50.000,-.
Belangenbehartigers van letselschadeslachtoffers dienen bij de grotere schadevergoedingsuitkeringen rekening te houden met deze fiscale component door over de uit te keren schadevergoeding, de jaarlijkse vermogensrendementsheffing te berekenen en deze mee te nemen als schade van het slachtoffer. Ook wanneer deze fiscale gevolgen worden meegenomen in de schadeberekening blijft men momenteel – ook over dit meerdere deel – echter vermogensbelasting verschuldigd waardoor dit probleem zichzelf in stand blijft houden.
In het televisieprogramma Radar werd daarom al besproken dat een wetswijziging noodzakelijk zou zijn om te voorkomen dat een gedeelte van de letselschadevergoeding dient te worden afgestaan aan de Belastingdienst. Zowel het Verbond van Verzekeraars, de Vereniging van Letselschade Advocaten, alsmede Slachtofferhulp Nederland stellen voor om dergelijke uitkeringen onder het bijzondere vermogen te laten vallen, waardoor deze uitkeringen zijn vrijgesteld van de vermogensbelasting.
Op 18 april jl. stelde SP-kamerlid Leijten Kamervragen over deze kwestie aan staatssecretaris Wiebes (financiën)[2], door wie op het moment van schrijven van deze blog nog geen antwoord werd geformuleerd.
Hiernaast werden aan staatssecretaris Van Rijn (VWS) Kamervragen gesteld over de gevolgen van de vermogensinkomensbijtelling waardoor diverse toeslagen voor letselschadeslachtoffers kunnen komen te vervallen, of waardoor zij een hogere eigen bijdrage voor bijvoorbeeld thuiszorg moeten betalen. Uit het antwoord daarop blijkt echter dat er wat Van Rijn betreft geen uitzonderingsgrond voor letselschadeslachtoffers bij deze vermogensinkomensbijtelling aan de orde is.[3]
Zolang de wetgever niet met een passende regeling komt, zullen letselschadeslachtoffers – ondanks dat zij hiervoor (gedeeltelijk) kunnen worden gecompenseerd – geconfronteerd blijven worden met de fiscus. Om deze reden is het van belang dat zij een professionele belangenbehartiger in de arm nemen die hen duidelijk informeert over deze ingewikkelde fiscale gevolgen.
[1] https://radar.avrotros.nl/uitzendingen/gemist/10-04-2017/
[2] https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2017Z05194&did=2017D10842
[3] https://www.rijksoverheid.nl/binaries/rijksoverheid/documenten/kamerstukken/2017/04/21/kamerbrief-over-letselschade-uitkering/kamerbrief-over-letselschade-uitkering.pdf