De functie van het zenuwstelsel is het ontvangen van informatie vanuit de omgeving en ervoor zorgen dat het lichaam hierop reageert. Het zenuwstelsel zorgt er bijvoorbeeld voor dat je je hand terugtrekt wanneer je een hete kookplaat aanraakt. Wanneer er in deze keten iets misgaat, is er sprake van aandoeningen aan het zenuwstelsel.
Het zenuwstelsel bestaat uit verschillende onderdelen: de hersenen, het ruggenmerg en de zenuwen. Bij neurologische aandoeningen aan hersenen en het zenuwstelsel kan er sprake zijn van verschillende klachten en symptomen. De klachten zijn afhankelijk van de locatie van de zenuwstelsel aandoening. Bij aandoeningen zenuwstelsel kun je fysieke en mentale klachten hebben. Bij mentale klachten valt te denken aan geheugenverlies of spraakproblemen.
Er zijn veel verschillenden aandoeningen die betrekking hebben op het zenuwstelsel. Enkele bekende voorbeelden zijn de Ziekte van Parkinson, multiple sclerose (MS) en epilepsie. Grofweg kunnen deze aandoeningen verdeeld worden in twee groepen: aandoeningen aan het perifere zenuwstelsel en centrale zenuwstelsel aandoeningen. Het centrale zenuwstelsel wordt opgemaakt uit de hersenen en het ruggenmerg. Het perifere zenuwstelsel bestaat uit motorische- en gevoelszenuwen.
Aandoeningen aan het zenuwstelsel omvatten dus aandoeningen van zowel het perifere als het centrale zenuwstelsel. Dit zijn aandoeningen aan de hersenen, de hersenzenuwen, het ruggenmerg, zenuwen en spieren.