Schadebeperkingsplicht bij letselschade: wat houdt dat in?
Als u letselschade heeft opgelopen door toedoen van een ander, is de veroorzaker van uw schade verplicht om al de door u geleden schade te vergoeden. Naast deze schadevergoedingsverplichting heeft u als slachtoffer altijd de plicht om te zorgen dat uw schade niet onnodig hoog wordt. Dit wordt de schadebeperkingsplicht genoemd.
Wettelijke bepaling schadebeperkingsplicht
De schadebeperkingsplicht is in de wet opgenomen in artikel 6:101 Burgerlijk Wetboek. Hierin staat het volgende:
Wanneer de schade mede een gevolg is van een omstandigheid die aan de benadeelde kan worden toegerekend, wordt de vergoedingsplicht verminderd door de schade over de benadeelde en de vergoedingsplichtige te verdelen in evenredigheid met de mate waarin de aan ieder toe te rekenen omstandigheden tot de schade hebben bijgedragen, met dien verstande dat een andere verdeling plaatsvindt of de vergoedingsplicht geheel vervalt of in stand blijft, indien de billijkheid dit wegens de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval eist.
Het slachtoffer moet er dus voor zorgen dat de schade zo beperkt mogelijk blijft, voor zover dit redelijkerwijs van hem of haar verlangd kan worden. Als het slachtoffer dit niet doet, zal een deel van de schade voor zijn of haar rekening komen omdat het aan hem of haar is toe te rekenen dat de schade is opgelopen.
Dit betekent echter niet dat u als slachtoffer verplicht bent om alles te doen wat uw wederpartij van u verlangt. Van u wordt verwacht dat u maatregelen treft ter voorkoming of beperking van de schade, maar deze maatregelen moeten wel redelijk zijn. Uw privéomstandigheden kunnen hierbij ook een rol spelen.
Voorbeelden schadebeperkingsplicht
Zo moeten de kosten die u maakt altijd in verhouding zijn. Een veelgenoemd voorbeeld is het huren van een zeer luxe huurauto nadat uw eigen en veel goedkopere auto beschadigd is geraakt bij een verkeersongeval. Van u wordt in zo’n situatie verwacht dat u een vergelijkbare auto huurt.
Daarnaast bent u verplicht om op tijd hulp te zoeken voor de klachten die u heeft overgehouden aan het ongeval. Ook dient u volledig mee te werken aan de behandeling hiervan. Naast dat u hiertoe verplicht bent op grond van de schadebeperkingsplicht, is dit ook beter voor uw gezondheid. Als u blijft doorlopen met uw klachten zonder zich te laten behandelen bestaat namelijk de kans dat uw klachten verergeren. U heeft bij medische behandelingen echter altijd de vrijheid om zelf de risico’s af te wegen. U bent bijvoorbeeld niet verplicht een operatie te ondergaan waarvan de risico’s hoog of onduidelijk zijn, en waarvan het niet zeker is dat deze zal aanslaan.
Als u door een ongeval (tijdelijk) arbeidsongeschikt bent geraakt en hierdoor uw baan bent verloren, brengt de schadebeperkingsplicht mee dat u zich zal moeten inzetten om weer aan (passend) werk te komen. U bent dus verplicht om mee te werken aan uw re-integratie. U hoeft echter niet alle banen te accepteren. U kunt bijvoorbeeld niet worden gedwongen om een baan te accepteren die niet bij u past, of waarvoor u onredelijk lang moet reizen.
Ook wordt soms van u verwacht dat u aanspraak maakt op voorzieningen die er al zijn. Wanneer uw woning bijvoorbeeld aangepast moet worden kan de wederpartij van u verlangen dat u hiervoor een tegemoetkoming aanvraagt bij de gemeente. Over dit punt ontstaat vaak discussie tussen partijen. De voorzieningen die een gemeente verstrekt worden namelijk betaald uit algemene middelen, terwijl de verzekeraar van de wederpartij jaarlijks premie ontvangt voor de afgesloten verzekeringen. Het is dus niet meer dan eerlijk dat de aansprakelijkheidsverzekeraar uw schade betaalt.
Schadebeperkingsplicht van uw wederpartij
Niet alleen het slachtoffer is gehouden aan de schadebeperkingsplicht: ook de wederpartij (vaak een aansprakelijkheidsverzekeraar) moet ervoor zorgen dat tijdens het letselschadetraject de klachten van het slachtoffer niet verergeren. Dit houdt onder meer in dat de wederpartij niet te lang mag wachten met het verstrekken van een voorschot aan het slachtoffer als duidelijk is dat door hem of haar schade is geleden. Ook mag de wederpartij de zaak bijvoorbeeld niet onnodig vertragen omdat dit psychisch erg zwaar kan zijn voor het slachtoffer en zijn of haar klachten kan verergeren.