Hoe zit het met de bewijslast bij beroepsziekte?
Wanneer je een schadeclaim indient moet je een fout, schade en het causaal verband bewijzen. Bij een beroepsziekte is dat lang niet altijd even eenvoudig. Zo ontstaat een beroepsziekte vaak ten gevolge van een langdurige blootstelling aan bepaalde arbeidsfactoren. Bij een beroepsziekte zoals burn-out is het bijvoorbeeld niet mogelijk om één specifieke gebeurtenis aan te wijzen. Bovendien kunnen ook privématige gebeurtenissen aan de oorzaak liggen. Om die reden voorziet de wetgever een ommekeer van de bewijslast, hoewel dat geen automatisme is.
Bewijzen van de relevante blootstelling
In de eerste plaats zal de schadelijder moeten bewijzen dat de beroepsziekte verband houdt met het werk. Zo’n beroepsziekte bewijzen is zelden eenvoudig. Daarom zullen wij steeds een deskundige inschakelen die zal onderzoeken of het reëel is dat de ziekte of de aandoening werd veroorzaakt door de werkomstandigheden. Indien dan aannemelijk kan worden gemaakt dat iemand blootgesteld werd aan risicoverhogende factoren en de beroepsziekte hierdoor opgelopen kan zijn, wordt de bewijslast omgekeerd: de werkgever moet het tegendeel bewijzen. Om voldoende aannemelijk te zijn, geeft de jurisprudentie aan dat het verband niet té onwaarschijnlijk mag zijn. In de praktijk toetst men de aangehaalde bewijzen dan ook aan volgende afwegingen:
- De arbeidsomstandigheden voor het ontstaan van de klachten mogen niet van geen betekenis zijn, indien alle relevante factoren in achting worden genomen;
- Deskundigen moeten hun oordeel voldoende wetenschappelijk kunnen verantwoorden. De medische beoordeling mag niet te vaag zijn: er worden hoge motiveringseisen gesteld.
Welke bewijsstukken kan de werknemer gebruiken?
Voor het bewijzen van de relatering aan het werk, heeft de werknemer heel wat vrijheid. Zo kan de werknemer wetenschappelijke kennis en rapporten gebruiken maar ook een deskundige blootstellingsevaluatie, een deskundige medische evaluatie en uiteraard de andere bewijsmiddelen zoals getuigenverslagen.
Wat moet de werkgever bewijzen?
De werkgever die de aansprakelijkheidsdans wenst te ontspringen, zal het bewijs moeten leveren dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan. Hiervoor zal de rechter kijken naar de concrete wettelijke voorschriften, de normen in de betrokken sector, het al dan niet gekend zijn van eventuele gevaren door de werkgever en andere concrete factoren. Hierbij geldt de wetgeving als ondergrens zonder dat een absolute waarborg een bovengrens uitmaakt. In de praktijk is het voor de werkgever maar moeilijk om te bewijzen dat hij aan die ruime zorgplicht heeft voldaan. Zelfs indien de werkgever zijn zorgplicht tracht te bewijzen, kan de werknemer diezelfde motivering opnieuw trachten te ontkrachten. Lukt het de werkgever niet om zijn zorgplicht te bewijzen? Dan wordt aangenomen dat er sprake is van causaliteit en dat de werkgever dus aansprakelijk is voor de beroepsziekte.
Ontkrachten vermoeden van causaliteit
De werkgever kan echter op zijn beurt nog trachten om het causaliteitsvermoeden te weerleggen. Zo kan de werkgever trachten aan te tonen dat de werknemer de schade ook zou opgelopen hebben indien de werkgever wel aan zijn zorgplicht had voldaan. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat niet bewezen is dat de op de markt beschikbare beschermingsmaatregelen de inademing van bepaalde stoffen voldoende kunnen voorkomen.
Complexe zaken met een grote looptijd
Op bewijsrechtelijk vlak geven beroepsziekten bijna altijd voer voor discussie. Verschillende deskundigen moeten worden ingeschakeld, juridische procedures zijn er bij de vleet en zelden wordt overeenstemming bereikt over de begroting van de schade. In het kader van schade door een beroepsziekte, is het inschakelen van een letselschade advocaat lang geen overbodige luxe. Bij SAP Advocaten staan we uiteraard klaar om uw belangen te behartigen.