Bedrijfsongevallen zijn er in alle soorten en maten. Wat voor werk je ook doet, er is altijd het gevaar van een ongeval. In sommige sectoren is deze kans wat groter dan in andere sectoren. Zo is de kans dat je letsel oploopt in de bouw groter dan wanneer je geschiedenis professor bent op de universiteit. Toch heeft iedere baan zijn eigen gevaren. In 2019 werd er in bijna 13% van de Nederlandse bedrijven op hoogte gewerkt. Dit betekent dat je als werknemer werkzaamheden uitvoert boven de grond. Het werken op hoogte maakt de kans op vallen veel groter dan wanneer je op de grond werkt. Daarnaast is de risico op zwaarder letsel groter.
In de Monitor Arbeidsongevallen 2020 wordt veel aandacht besteed aan ongevallen door werken op hoogte. De Monitor Arbeidsongevallen is een rapport van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Uit dit rapport blijkt dat in bijna alle bedrijven die werkzaamheden op hoogte uitvoeren een ladder gebruikt wordt. Ook wordt er veel gebruik gemaakt van steigers of hoogwerkers. Bij alle drie deze hulpmiddelen is het belangrijk dat ze stevig staan. Een ladder goed neerzetten lijkt misschien het makkelijkst, maar kan ook het snelst fout gaan.
Volgens het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn er verschillende redenen dat er relatief veel ongelukken gebeuren met vallen van hoogte. Eén van deze redenen heeft te maken met instructies. Een werkgever moet goede en duidelijke instructies geven over het gebruik van machines en hulpmiddelen. Zo moet de werkgever aan werknemers uitleggen hoe ze een ladder goed neer moeten zetten. Volgens het rapport worden instructies niet vaak genoeg gegeven.
De mensen die tijdens het werk van hoogte vallen kun je opdelen in twee groepen: slachtoffers zonder blijvend letsel en slachtoffers met blijvend letsel.
De meeste slachtoffers die geen blijvend letsel overhouden na een val, vallen vaak van minder dan 2,5 meter hoogte. Dit is natuurlijk geen harde grens. Je kunt ook veel overhouden na vallen van minder hoogte. De meeste slachtoffers in deze groep vallen van een trapje, opstapje, laag dak of een ladder. Vaak heeft het slachtoffer daarna oppervlakkig letsel. Dit zijn bijvoorbeeld schaafwonden of eenvoudige breuken. Om dit soort letsel te voorkomen is het belangrijk dat je goed oplet waar je staat en dat je het opstapje of de ladder goed neerzet.
De meeste slachtoffers met blijvend letsel vallen niet vlak nadat een ladder niet goed is neergezet. Dit zijn de mensen die van een grotere hoogte vallen dan de eerste of tweede trede. Vaak vallen deze slachtoffers van meer dan 2,5 meter. Dit betekent dat zij vaak vallen van een dak of een platform. Onder andere omdat ze vallen van een hoogte die groter is, is het letsel vaak ernstiger. In een kwart van de valpartijen van grote hoogte in 2020 zorgde dat uiteindelijk voor blijvend letsel. De meeste mensen die vallen van hoogte vallen omdat ze uitglijden, hun evenwicht verliezen of struikelen. Ook speelt mee dat er in best wel wat gevallen geen randbeveiliging of dakrandbeveiliging was. Dit is een extra bescherming aan de rand van bijvoorbeeld een dak. Als dit er wel is, wordt het risico van naar beneden vallen een stuk kleiner.
Officieel mag een ladder alleen gebruikt worden als er geen veiligere optie mogelijk is. Als een schilder bijvoorbeeld een raamkozijn op de derde verdieping gaat schilderen, is een steiger mogelijk als er genoeg ruimte is. In zo’n geval moet er een steiger gebruikt worden. Dit is om veel vallen te voorkomen. Een steiger is steviger dan een ladder. Over een ladder goed neerzetten wordt soms ook makkelijker gedacht dan over iets wat groter is, zoals een steiger. Daardoor kan het zijn dat er meer aandacht is bij het neerzetten van een steiger dan bij het neerzetten van een ladder.
Als je van een ladder valt, is dat niet altijd jouw eigen schuld. Je bent dan ook niet altijd verantwoordelijk als je valt. Inspecteurs leggen in bijna de helft van alle val-gevallen een boete op. Als iemand van een dak of iets anders afvalt, is er in bijna de helft van de gevallen sprake van een overtreding. Deze overtredingen hebben in de meeste gevallen te maken met een ladder niet goed neerzetten, op een verkeerde manier gebruiken van een ladder of waren er niet genoeg maatregelen getroffen om vallen te voorkomen.
De afgelopen jaren zijn de kenmerken van de slachtoffers van val-ongevallen gelijk gebleven. De meeste van deze ongevallen vinden plaats in de bouw, in het afvalbeheer, in de landbouw, in de bosbouw en in de visserij. Binnen deze sectoren zijn het vooral de jongere werknemers (jonger dan 25 jaar oud) en de oudere groep werknemers (tussen de 55 en 64 jaar oud) die veel vallen. Uitzendkrachten zijn veel vaker het slachtoffer van vallen van hoogte dan werknemers die in dienst zijn bij het bedrijf.
Werkgever zijn verplicht om het risico op vallen van hoogte zoveel mogelijk te beperken. Dit valt onder de zorgplicht van de werkgever. De zorgplicht bestaat om ervoor te zorgen dat werknemers zo veilig en gezond mogelijk kunnen werken. En dat zij dus zo min mogelijk (het liefst natuurlijk geen) letsel oplopen tijdens en door hun werk. Als het gaat over werken op hoogte, en dus het tegen gaan van veel vallen, zijn er volgens het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid drie factoren waardoor het vaak mis gaat.
Veel bedrijven kijken vooraf niet genoeg naar de mogelijke risico’s van veel vallen. Soms wordt hier zelfs helemaal niet naar gekeken. Als je eerst naar de risico’s kijkt, kun je daarna het plan daarop aanpassen. Hoe ga je te werk om deze risico’s zoveel mogelijk te beperken? Als een werkgever al kijkt naar gevaarlijke punten voordat zijn werknemers op hoogte gaan werken, kunnen deze gevaarlijke punten opgelost worden. Op die manier wordt de kans op vallen van hoogte kleiner.
Een veilige omgeving zorgt voor veiliger werk. Een veilige omgeving op hoogte, zorgt voor minder kans op vallen van hoogte. Of kan in ieder geval zorgen dat er van ‘veel vallen’ naar ‘minder vallen’ gegaan wordt. Voorbeelden van veiligheidsmaatregelen zijn onder andere vangnetten en veiligheidsgordels.
Een werkgever moet zijn werknemers instructies geven over hoe zij het werk uit moeten voeren. ‘’Hoe moet je een ladder goed neerzetten?’’ en ‘’Hoe maak je jezelf vast aan een veiligheidsgordel?’’ Zijn voorbeelden van handelingen waar je als werknemer een instructie over moet krijgen. Nadat de werkgever de instructies heeft gegeven, moet hij er ook voor zorgen dat de handelingen goed uitgevoerd worden. Hij moet dus controleren of werknemers dingen doen zoals hij gezegd heeft dat ze moeten.
Ben jij gevallen van een ladder, steiger, dak of iets anders tijdens je werk? Dat is heel vervelend. Buiten het fysieke letsel heb je waarschijnlijk ook financiële schade opgelopen. Er zijn rekeningen die er anders niet geweest waren en waarschijnlijk kun je een tijd niet werken. Als je niet werkt, heb je helaas ook geen inkomen. Ook dit is schade en letsel.
Er speelt nu een hele hoop in jouw leven en het leven van je naasten. Een advocaat is misschien niet het eerste waar je aan denkt. Toch kan een letselschade advocaat van SAP letselschade advocaten de situatie juist veel makkelijker maken. Je kunt gratis en vrijblijvend contact opnemen. Eén van onze advocaten belt je dan terug om te bespreken wat hij of zij voor jou kan doen. Daarna kun jij je richten op je herstel. Je advocaat haalt je de rest uit handen.