De gevaren van een bedrijfsongeval
Waar de economie floreert, daar is er werk. En waar werk is, zijn er bedrijfsongevallen. Het lijkt een normaal gegeven maar wat ons betreft hoeft het dat echt niet te zijn. Bedrijfsongevallen kunnen immers heel wat schade veroorzaken. Jaarlijks sterven er dan ook nog steeds heel wat Nederlanders ten gevolge van een arbeidsongeval. Onnodige sterftegevallen die heel wat leed veroorzaken. De werkgever gaat hier zeker niet altijd vrijuit: op hem rust immers de verplichting om die medewerkers een veilige werkomgeving te bieden. Niet geheel onlogisch zal de werkgever dan ook bijna altijd aansprakelijk zijn voor de schade ten gevolge van een bedrijfsongeval. Op basis van diverse recente onderzoeken tonen we aan welke gevaren er verscholen gaan achter de bedrijfsongevallen. Sommige Nederlandse medewerkers lopen duidelijk meer gevaar dan anderen.
Ieder jaar opnieuw duizenden bedrijfsongevallen
Hoewel het aantal bedrijfsongevallen sinds de jaren ’90 sterk is afgenomen, zouden er jaarlijks nog steeds meer dan 500.000 Nederlandse werknemers letselschade oplopen. In ongeveer 1 op twee gevallen was bovendien een medische behandeling noodzakelijk, terwijl jaarlijks ruim 50.000 van hen zich naar een SEH-afdeling moeten begeven. In de praktijk resulteert dat in ongeveer 63 SEH-behandelingen per 10.000 werkenden. Dat cijfer is nog steeds heel hoog, zeker als je weet dat bijna 10 % van hen nadien ook wordt opgenomen in het ziekenhuis (6,3 zwaargewonden per 10.000 werkenden).
Gevaren groter bij jongvolwassenen
De cijfers tonen eveneens aan dat lang niet iedere leeftijdsgroep even snel slachtoffer wordt van een bedrijfsongeval. Wie jonger is dan vierentwintig jaar maakt bijvoorbeeld opmerkelijk meer kans om slachtoffer te worden van een bedrijfsongeval. De gevaren verlopen hier omgekeerd evenredig met de stijgende leeftijd. De oorzaken voor die constatering hoeven we niet ver te zoeken. In de eerste plaats zijn jongvolwassenen nog minder bekend met de veiligheidsmaatregelen en de bijhorende gevaren. Bovendien missen ze ook de nodige ervaring en expertise. Onderzoek toont bovendien ook aan dat jongeren meer geneigd zijn om risico’s nemen. Die combinatie van factoren maakt van hen een extra kwetsbare groep. Het is dan ook de werkgever die extra maatregelen moet treffen om die doelgroep extra te beschermen. Een gedegen opleiding, bewustwordingscampagnes en toezicht maken integraal deel uit van zijn zorgplicht.
Vooral groot gevaar in de bouwsector
In lang niet iedere sector is het risico op een bedrijfsongeval even groot. De gevaren lijken het grootst te zijn in de bouwsector. Ook de land- en tuinbouwsector, de vervoersector en de horeca zijn niet zonder gevaren. In het onderwijs, de gezondheidszorg en bij financiële instellingen lijkt de kans op een ingrijpend arbeidsongeval duidelijk minder te zijn. In de bouwsector zou je zelfs tot 15 keer meer kans maken op een ernstig arbeidsongeval dan in het onderwijs.
Opletten bij (bewegende) objecten en grote hoogtes
Soms blijft een bedrijfsongeval beperkt tot een oppervlakkige wonde of enkele blauwe plekken. Soms is het een stuk ernstiger. De meeste ernstige bedrijfsongevallen treden op door het snijden aan of door een object. In de horecasector denken we aan een keukenmes en in de bouwsector kan het bijvoorbeeld gaan om een zaag. Nadien volgen bewegende objecten (bv. machineonderdelen) en beknelling als voornaamste oorzaken voor letselschade op het werk. Hiernaast zorgen ook valongelukken voor ernstige letselschade. Het hoeft daarbij lang niet alleen te gaan om een val van grote hoogte. Ook een eenvoudige val van een trap of een ladder resulteert heel vaak in ernstige kwetsuren.
Handen lopen het meeste gevaar
Van alle lichaamsdelen blijken de handen vaak het eerste slachtoffer te worden van een ernstig bedrijfsongeval. Meestal gaat het om een open wonde aan de hand of aan de vinger, gevolgd door een kneuzing en een fractuur. Toch vormt ook de oogbol een van de belangrijkere letsellocaties. Het belang van goede oogbescherming kan met andere woorden niet onderschat worden. Tot slot gaat het om fracturen aan de elleboog, letsels aan de bovenarm en letsels aan de voet of de tenen. In dat laatste geval hadden veiligheidsschoenen waarschijnlijk redding kunnen bieden.
Wat vertellen die cijfers ons?
Bovenstaande cijfers tonen in belangrijke mate aan dat er nog steeds te veel bedrijfsongevallen plaatsvinden. Een groot deel van die bedrijfsongevallen valt dan ook te voorkomen. In de eerste plaats door het aanbieden van geschikte persoonlijke beschermingsmaterialen, in de tweede plaats door te investeren in een veilige werkomgeving en ten slotte door ook voldoende in te zetten op controle, bewustwording en opleiding. Op de werkgever rust dan ook een ruime zorgplicht ten aanzien van zijn medewerkers. Niet geheel verwonderlijk zal de werkgever dan ook (bijna) altijd aansprakelijk zijn voor de schade ten gevolge van een bedrijfsongeval. Die schade kan overigens sterk oplopen, zeker wanneer er sprake is van een verlies aan verdienvermogen en blijvende letselschade. Nog steeds behandelen wij talloze schadedossiers ten gevolge van een bedrijfsongeval. Wij menen dat dit eigenlijk niet langer van deze tijd mag zijn. Net zoals wij ooit streefden voor de eerste rookvrije werkplek, zullen wij daarom altijd blijven streven voor een werkplek waar medewerkers in alle veiligheid kunnen functioneren. In de tussentijd doen we er alles aan om slachtoffers van een bedrijfsongeval een eerlijke schadevergoeding te bezorgen. Op die manier kunnen we alvast de gevolgen ervan beperken.