Giftige stoffen op werkvloer Defensie. Hoe zit dat met aansprakelijkheid?
Vandaag (21 augustus 2014) bericht de Volkskrant dat Defensie er al 15 jaar van op de hoogte is dat hun werknemers blootgesteld zijn aan grote concentraties van een zeer kankerverwekkende stof. Dit blijkt uit meetrapporten uit 1999 en 2002 waar de Volkskrant over beschikt. In deze rapporten staat vermeld dat er op militaire onderhoudsbases met Amerikaanse gevechtsvliegtuigen en tanks tot acht keer meer van deze stof (chroom-6) aanwezig was dan de norm destijds toeliet.
Vele oud-werknemers van defensie zijn mogelijk als gevolg van de blootstelling aan deze zeer giftige stofernstig ziek geworden en lijden onder meer aan kanker en auto-immuunziekten. Hoe zit het in dit geval met de aansprakelijkheid van Defensie en hoe kunnen de oud-werknemers er voor zorgen dat zij hun schade vergoed krijgen?
In het Burgerlijk Wetboek is geregeld dat alle werkgevers, dus ook Defensie, aansprakelijk zijn voor schade die hun werknemers tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden hebben geleden, tenzij de werkgever aan de zogenaamde zorgplicht heeft voldaan. Deze zorgplicht houdt in dat werkgevers hun werknemers een werkplek moeten bieden waar zij veilig en goed kunnen werken. Hierbij moeten door de werkgever maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat werknemers schade lijden tijdens hun werk. Uit de rechtspraak wordt duidelijk dat, in het geval van het werken met gevaarlijke stoffen, werknemers moeten bewijzen dat zij hun werkzaamheden onder schadelijke omstandigheden hebben moeten uitvoeren en dat hun klachten daarvan een gevolg zijn. Als de oud-werknemers van Defensie dit kunnen bewijzen, is Defensie in principe aansprakelijk voor de door hen geleden schade, behalve als Defensie aan kan tonen dat zij aan hun zorgplicht hebben voldaan. Wat de zorgplicht bij het werken met gevaarlijke stoffen precies inhoudt, is geregeld in speciale wetgeving over de arbeidsomstandigheden.
Volgens zogenaamde Arbo-regelgeving, regelgeving waarin de verplichtingen van werkgevers met betrekking tot een veilige werkomgeving zijn vastgelegd, is het werken met gevaarlijke stoffen streng gereguleerd. Volgens deze regelgeving was (en is) Defensie ten eerste verplicht om aan te tonen dat het onmogelijk was om de kankerverwekkende stof te vervangen. Ook moest het gebruik van deze stof dringend nodig zijn voor Defensie.
Wanneer het werken met deze zeer giftige stof niet voorkomen had kunnen worden, was Defensie verplicht om een register aan te leggen waarin precies vermeld staat met welke kankerverwekkende stoffen werd gewerkt, waarom deze stoffen niet konden worden vervangen door minder gevaarlijke stoffen, wat de risico’s en gevaren van de stof waren, op welke afdeling er met de stoffen werd gewerkt, hoeveel en welke werknemers risico op blootstelling liepen, op welke manier de blootstelling kon plaatsvinden en hoe de werknemers tegen deze kankerverwekkende stoffen werden beschermd.
Als Defensie namens een oud-medewerker aansprakelijk wordt gesteld voor zijn of haar schade, is het aan Defensie om aan te tonen dat aan deze regelgeving, en daarmee aan de zorgplicht, is voldaan.