Geef slachtoffers van misbruik uitlaatklep
Trouw | Podium
Leo J. Koffeman en Martin J. de Witte, hoogleraar kerkrecht en oecumene aan de Protestantse Theologische Universiteit in Utrecht en letselschadeadvocaat
Recht is ook niet alles. Wat te denken van een waarheids- en verzoeningscommissie voor seksueel misbruik?
Nu het grote zwijgen eindelijk is verbroken, komen steeds meer ervaringsverhalen van seksueel misbruik in de rooms-katholieke kerk naar buiten. Vanuit allerlei invalshoeken wordt erop gereageerd. Het lijkt primair te gaan om de vraag wie fout is geweest, en wie moet compenseren. Om verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Terechte vragen, maar er is veel meer.
Wie was fout, en dient gestraft te worden? Alleen de betrokken religieuzen, of ook de leiding van de internaten, van de orden, van de Nederlandse kerkprovincie? Schorsing van priesters uit het ambt of zelfs excommunicatie zou mogelijk zijn, maar de regels van het katholieke kerkelijk recht inzake verjaring van misdrijven verhinderen dat waarschijnlijk. Veroordeling naar het burgerlijk strafrecht is voor de meeste, oudere gevallen evenmin mogelijk: het voorstel van minister Hirsch Ballin om de verjaring af te schaffen, zal deze gevallen veelal niet raken.
Wie is aansprakelijk te stellen? Letselschadeadvocaten zullen van geval tot geval proberen vast te stellen en aan te tonen in welke mate sprake is van schade waarvoor een financiële compensatie op zijn plaats is. Mensen hebben de opleiding niet gehad waarvoor zij voorbestemd leken, zijn in psychische problemen geraakt, hebben langdurige therapieën moeten ondergaan, zijn hun baan kwijtgeraakt. „Mijn leven is een grote mislukking door dit misdrijf”, schrijft iemand aan zijn advocaat.
De commissie-Deetman gaat onderzoeken wat er precies is gebeurd. Verder is er de stichting Hulp en Recht, opgericht om zulke zaken te behandelen. Maar iedereen kan zien dat de verwerking van een stroom van honderden meldingen bij de huidige capaciteit van de stichting veel tijd gaat kosten, waarschijnlijk jaren.
Zou er nog niet iets anders moeten gebeuren? Wat verwachten de slachtoffers? Een letselschadeadvocaat merkt direct dat ze lang niet allemaal uit zijn op vergelding, via een kerkelijke straf. En lang niet allemaal zullen ze hard kunnen maken dat er een recht is op schadevergoeding. Maar allemaal zoeken ze naar erkenning, gehoord worden en eindelijk geloofd worden.
Een paar citaten: „Ik heb geprobeerd dit aan mijn ouders te melden, wat met ongeloof werd aangehoord en vervolgens als fantasie werd afgeserveerd. Wat dit gedaan heeft met mijn vertrouwen in mijn ouders en de mensheid en de katholieke kerk in het bijzonder behoeft geen nader betoog.” Een ander: „Ik weet niet goed wat ik ermee moet, en of ik er wat mee moet, maar ik weet ook niet goed wat ik er nog mee kán. Het leek me daarom goed om dat laatste eerst maar eens uit te zoeken”.
Oud-staatssecretaris Frans Timmermans suggereerde vorige week zondag in het tv-programma ’Buitenhof’ de instelling van een soort waarheids- en verzoeningscommissie, zoals die onder meer in Zuid-Afrika heeft gefunctioneerd. Aan zoiets hebben wij ook gedacht. Niet in plaats van een kerkelijk tuchtproces of een civielrechtelijk proces rond letselschade. Ook niet in plaats van Hulp en Recht of de commissie-Deetman. Maar ernaast.
Wat stellen we ons daarbij voor? Het zou kunnen gaan om een commissie die op verzoek van de rk kerk formeel wordt ingesteld door de Raad van Kerken in Nederland. Die commissie creëert ruimte voor verhalen, langs twee sporen, en in een zekere openheid. De pers moet erbij kunnen zijn. Het ene spoor draait om de slachtoffers. Wie van hen naar de commissie toe komt, doet dat uiteraard vrijwillig, en vertelt publiekelijk zijn verhaal, voor een gehoor van kerkelijke vertegenwoordigers en anderen. Liefst met een soort Desmond Tutu als voorzitter, iemand die in staat is mensen vertrouwen te laten ervaren.
Het andere spoor draait om de daders en de verantwoordelijken. Ook zij kunnen hun verhaal kwijt. Niet om zichzelf vrij te pleiten, maar wel om de slachtoffers – en misschien ook in bepaalde mate zichzelf – te bevrijden van een deel van de last.
Ten slotte zou misschien een ritueel kunnen worden ontwikkeld om te markeren wat er is gebeurd. Dat kan uiteraard alleen als er volledig respect bestaat voor het feit dat veel slachtoffers (niet in de laatste plaats vanwege hun ervaringen) kerk en geloof vaarwel hebben gezegd. Maar respect, dat is dan ook precies waar het allemaal om draait.