Paardrijden is een populaire sport voor jong en oud. Meestal verloopt het zonder problemen, maar een val van een paard of een schop van een paard tegen het lichaam kan ernstig letsel veroorzaken. In enkele gevallen kan het zelfs levensgevaarlijk zijn. Uit een onderzoek van Veiligheid NL (oktober 2013) blijkt dat paardrijden het vaakst van alle sporten tot hersenletsel leidt en ook de meest dodelijke slachtoffers heeft. Wanneer een ongeval ontstaat is de ruiter in beginsel zelf aansprakelijk voor zijn of haar schade. Er zijn situaties denkbaar waarin de schade op een andere partij kan worden verhaald. Die situaties zal ik hierna verder toelichten.
Een paard kan bewegingen maken waar de ruiter geen invloed op heeft. Een paard kan bijvoorbeeld steigeren, zonder dat de ruiter daartoe de opdracht heeft gegeven. Het gaat in dat geval om de eigen energie van het paard. Er is geen sprake van eigen energie van het paard wanneer het gedrag van het paard te verwachten is. Dat is bijvoorbeeld gebleken in de situatie dat het paard voor een hindernis abrupt tot stilstand komt, waardoor de ruiter voorover van het paard valt en met het hoofd op de hindernis terecht komt. Het abrupt tot stilstand komen van het paard is een te verwachten gedraging wanneer de ruiter geen instructie geeft tot springen.
Alleen wanneer er sprake is van eigen energie van het paard is de bezitter aansprakelijk voor de schade. Een bezitter kan de ruiter zelf zijn, maar kan ook een derde zijn die eigenaar is van het paard. Wanneer het paard in de uitoefening van een bedrijf wordt gebruikt, rust de aansprakelijkheid niet op de bezitter maar op degene die dat bedrijf uitoefent. De manegehouder kan in dat geval aansprakelijk zijn, omdat zij paarden kan houden voor de uitoefening van het bedrijf van de manege. In de situatie waarin een paard alleen maar gestald wordt in de manege, is er geen sprake van een bedrijfsmatige uitoefening. Daar is meer voor nodig. Het ter beschikking stellen en verhuren van paarden aan anderen is wel in de uitoefening van een bedrijf, waardoor de manegehouder in die gevallen wel aansprakelijk is voor een ongeval. De manegehouder is ook aansprakelijk wanneer zij tegen betaling een paard van een ander traint. Voor aansprakelijkheid moet dus sprake zijn van enige bemoeienis door de manegehouder met het paard.
Wanneer de manegehouder aansprakelijk is, kan de vergoedingsplicht worden verminderd vanwege eigen schuld van de ruiter. Het is namelijk bekend dat paardrijden risico’s met zich meebrengt, omdat een paard gedrag kan vertonen waar een ruiter en een manegehouder geen invloed op hebben. Een ruiter moet bedacht zijn op deze risico’s. Deze risico’s kunnen voor rekening van de ruiter komen, waardoor de schade voor een gedeelte voor zijn of haar rekening zal blijven.