Met gezonde spanning stap ik de eerste dag van mijn stage het kantoor van SAP binnen. Een warm welkom volgde. Er ligt gelijk een opdracht voor me klaar: een aansprakelijkstelling sturen naar een supermarkt. De alom bekende (en op de universiteit tot in den treure herhaalde) kelderluikcriteria mag ik dan eindelijk voor het ‘eggie’ inzetten. De casus was als volgt. Een klant was al winkelend uitgegleden over een vloeibaar substantie dat op het gangpad lag. De aangesproken supermarkt is erop gewezen dat zij verantwoordelijk is voor het schoonhouden van de vloer. Nu dat is nagelaten, heeft zij een gevaarlijke situatie in het leven geroepen die gemakkelijk voorkomen had kunnen worden middels het plaatsen van een waarschuwingsbord.
Het is erg leuk om hetgeen je in de schoolbanken leert in de praktijk toe te passen. Inmiddels ben ik er ook achter gekomen dat de theorie soms verschilt van de praktijk. In de studieboeken die door de universiteit worden voorgeschreven kom je dikwijls ingewikkelde zinnen tegen met de lengte van een half A4’tje. Ook de Hoge Raad heeft er een handje van om in één zin met drie dubbele ontkenningen te werken. Toen ik de opdracht kreeg om een artikel 12 Sv klaagschrift op te stellen, zette ik deze lijn gestaag voort, in de veronderstelling dat dit is wat de gerechtelijke instanties het liefst zien. Als feedback kreeg ik van de betreffende advocaat terug dat rechters juist houden van korte en bondige zinnen in processtukken. Practice what you preach dear judges, dacht ik bij mezelf.
Mee naar zitting om de advocaat in actie te zien is misschien wel het leukst aan de stage. Zo zat ik in de rechtbank Utrecht voor een deelgeschilprocedure. Het betrof een arbeidsongeval. Tegen het eind van de zitting wilde de wederpartij ‘nog even iets kwijt’ aan de rechter: zij wilde niet dat het bedrijf een slechte naam kreeg en was bezorgd over de reputatie van de organisatie… Ik zag de nekharen van de benadeelde, die met ernstig letsel in de rechtszaal zat, letterlijk overeind gaan staan.
In de derde week van mijn stage vond het hoogtepunt plaats: ik mocht mee met een advocaat naar de NOS radio 1 studio in Hilversum Media Park. Deze advocaat is onderdeel van het kernteam dat de nabestaanden van de slachtoffers van de MH17 ramp bijstaat en is vanaf dag 1 bij de zaak betrokken. De advocaat was uitgenodigd om een interview te geven over hoe hij het proces tot dan toe heeft ervaren. Als bedankje kregen we een NOS goodiebag mee en liepen we nog een bekende tv-presentator tegen het lijf.
Het gevoel van opwinding en faam verdween echter snel toen we daarna op huisbezoek gingen bij de nabestaanden van een slachtoffer van een verkeersongeval met dodelijke afloop. In sterk contrast stond dit met de euforie van zo even geleden. Ik werd met beide benen op de grond gezet en moest snel schakelen. Deze familie is hun partner, kind en ouder kwijtgeraakt die in de bloei van het leven stond.
Het helpen van cliënten bij de afwikkeling van hun schadezaak staat voorop. In deze praktijk ligt de focus op het menselijke aspect. Het is van belang om op een kalme, doch duidelijke manier uit te leggen welke schades verhaald kunnen worden op de wederpartij.
Het in kaart brengen van deze schades gebeurt in het epicentrum van een letselschadekantoor: de zelfbenoemde rekenkamer. In deze kamer wordt door drie man (of eigenlijk één man en twee vrouwen) sterk de hoogte van de schadeposten uitgerekend aan de hand van o.a. loonstroken, jaarrekeningen en alle door cliënt aangeleverde bonnetjes.
SAP is een open en sociaal kantoor waar hiërarchie niet de boventoon voert. Mijn stagebegeleidster vraagt regelmatig hoe het met me gaat, of ik nog genoeg leuke dingen te doen heb en ze zorgt ervoor dat ik niet te veel hooi op mijn vork neem. De lunch vindt gezellig met zijn allen aan een grote tafel plaats en er is elke week een vrijmibo, waar onder het genot van een bitterbal (uit de airfryer) de weekendplannen worden besproken. Kortom, never a dull moment bij SAP!
Student-stagiaire: Gina van Helden