Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 27 november 2018 [1] beslist dat het ziekenhuis in deze kwestie tekort is geschoten in de uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst, vanwege het gebruik van een gebrekkige medische hulpzaak. In deze zaak werd de Miragelplombe, een stukje gel dat tegen de oogbol wordt gedrukt, als hulpzaak gebruikt. De Miragelplombe heeft tot allerlei gezondheidsklachten aan het oog geleid. Het hof oordeelt dat het gebruik van de hulpzaak wel aan het ziekenhuis kan worden toegerekend, ook al was het ziekenhuis destijds (1992) niet bekend met de ongeschiktheid. Volgens het hof is de enkele onwetendheid over een gebrek van de hulpzaak niet voldoende om een uitzondering op de toerekening en dus de aansprakelijkheid te rechtvaardigen. Het hof verwijst hierbij onder meer naar het proefschrift van J.T. Hiemstra (“De aansprakelijkheid voor ongeschikte medische hulpzaken”), waarin zij concludeert dat het risico dat voortvloeit uit het gebruik van een ongeschikte medische hulpzaak in beginsel voor rekening van de hulpverlener dient te komen.
Deze beslissing is een doorbraak voor benadeelden van een gebrekkige medische hulpzaak, waaronder de volgende zaken van ons kantoor: PIP-implantaten, Essure-veertjes, et cetera. De enkele onbekendheid met het gebrek is niet langer voldoende om onder aansprakelijkheid uit te komen.
Auteur: mr. M.C.O. Van Gerven