Door Natascha Jansen
Een paar jaar geleden toen mijn langbenige tiener nog een heel klein jochie was, stond hij met open mond naar de steigers tegen het huis van mijn moeder aan te kijken. De buitenzijde van het huis werd geschilderd en zowel aan de voorzijde- als aan de achterzijde waren voor de schilders steigers geplaatst.
Dat kleine jochie, dat net begon te brabbelen, vond die stellages behoorlijk imposant en was ook nog eens bang om de tuin in te gaan … oma had namelijk verteld dat er tijgers in de tuin stonden…… tja het klinkt bijna hetzelfde…. We hebben hem echt uit moeten leggen dat er echt geen tijgers in de tuin rondliepen, maar dat oma het over steigers had, die voor de schilders bedoeld waren.
Iedere keer weer als een nieuwe cliënt zich bij mij meldt die een ongeval met een steiger is overkomen moet ik aan de grote ogen van mijn kleine jochie denken en schiet ik een kort moment inwendig in de lach, om natuurlijk wel heel serieus het verhaal van mijn onfortuinlijke nieuwe cliënt aan te horen. Want wat kun je ellendig vallen van zo’n steiger. Zo kwam de ene cliënt in zijn val 2 openstaande deuren tegen, terwijl de andere daar niet door werd gehinderd en plat op de grond terecht kwam. Beide mannen hebben extreem veel pech gehad en hebben bij hun val veel gebroken en gekneusd, van wervels tot ribben, van schouderbladen tot enkels. Maar gelukkig hebben ze ook een engeltje op hun schouders gehad: hoofdhersenletsel is hen gelukkig bespaard gebleven. Waar de een inmiddels uitgerevalideerd is, helaas niet restloos is hersteld en arbeidsongeschikt zijn pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, heeft de ander nog een lange weg te gaan en is hij nog niet uitbehandeld, terwijl zijn revalidatietraject nog moet beginnen. Niettemin hebben wij bij de laatste nog hoop dat hij op enig moment wel weer aan het werk kan. Is het niet in zijn eigen functie – dat moeten we nog afwachten – dan ongetwijfeld in een hem passende andere functie.
Want waar de ene cliënt letterlijk met pijn en moeite van zijn pensioen en veel vrije tijd zou moeten kunnen gaan genieten, heeft de ander hopelijk nog heel wat jaren fijn werken voor de boeg.
Niet alleen de wijze van vallen en het daarbij opgelopen letsel maken dat de dossiers van beide cliënten zo verschillend zijn, ook de wijze waarop – uiteindelijk - aansprakelijkheid werd erkend, verschilde nogal. Zo werd bij de één de Arbeidsinspectie pas veel later – na herhaald aandringen - ingeschakeld, terwijl bij de ander dé Arbeidsinspectie bijna al aan het ziekenhuisbed stond. De aansprakelijkheid in deze zaak was al snel rond, waarna door middel van bevoorschotting een begin kon worden gemaakt met het afwikkelen van de financiële perikelen van deze letselschade.
In de andere zaak moest enige tijd worden aangedrongen op het inschakelen van de Arbeidsinspectie, omdat de werkgever wees naar de steigerbouwer, die zich op zijn beurt verschool achter de gebruikelijke controle, die volgens zeggen altijd goed werd uitgevoerd. Behalve in dit geval. Daarover volgt in het onderstaande kort nog meer. Nadat een en ander was opgehelderd, werd aansprakelijk alsnog snel erkend en konden ons richten op herstel, revalidatie en vergoeding van de schade van cliënt.
De Arbeidsinspectie
Arbeidsongevallen (tijdens of door werkzaamheden in Nederland, of aan boord van Nederlandse zeeschepen of vliegtuigen) met een dodelijke afloop, een ziekenhuisopname en/of blijvend letsel moeten volgens de Arbeidsomstandighedenwet direct door de werkgever aan de Nederlandse Arbeidsinspectie direct gemeld worden. Een werkgever dient ook ongevallen met personen die onder zijn gezag werken zoals uitzendkrachten en zzp’ers. Het niet melden van een arbeidsongeval levert overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet op en kan leiden tot een forse boete voor de werkgever.
Overigens kunnen o.a. ook werknemers, arboprofessionals, slachtoffers en familie, politie, vakbonden en leden van een ondernemingsraad kunnen een melding doen.
Na ontvangst van de melding neemt de Arbeidsinspectie altijd contact op, waarna zo snel mogelijk een ongevalsonderzoek plaatsvindt. Daarbij wordt na de melding gevraagd altijd de ongevalssituatie zo veel mogelijk ongewijzigd te laten. De inspecteur kan zich dan een goed beeld vormen over wat er is gebeurd. Ook zal de inspecteur betrokkenen en getuigen horen. Daarna wordt in de meeste gevallen de werkgever gevraagd om zelf verder onderzoek te doen naar het ongeval. In uitzonderingsgevallen kan de Arbeidsinspectie besluiten om zelf onderzoek te doen. Wanneer sprake is van een dodelijk ongeval of een ongeval met een kind (15 jaar en jonger) of jeugdige (16- en 17-jarigen), wordt het ongeval altijd geheel door een inspecteur van de Arbeidsinspectie onderzocht.
De werkgever en de werknemers zijn verplicht volledig mee te werken aan het onderzoek en alle gewenste informatie te geven.
Onderzoek door de werkgever; vervolg door Arbeidsinspectie
Het onderzoek dat door de werkgever op verzoek van de Arbeidsinspectie wordt uitgevoerd moet antwoord geven op de vraag hoe het ongeval heeft kunnen gebeuren en wat de directe- en basisoorzaken van het ongeval zijn. Aansluitend maakt de werkgever een rapportage met verbeterplan. Het doel daarvan is dat de werkgever leert van het arbeidsongeval en de veiligheid in het bedrijf verbetert, waardoor – hopelijk – herhaling van het ongeval kan worden voorkomen.
Zo werden de steigers bij één van eerdergenoemde cliënten door een extern bedrijf – dus niet door de eigen werkgever – gecontroleerd. Deze controle bleek weinig waardevol, want er werd na een snelle blik – “geen tijd, ook nog andere klussen” - op de steigers gewoon een groen kaartje aan gehangen, bij wijze van “gecontroleerd en veilig bevonden”. De werkgever heeft een en ander goed uitgezocht en kwam tot de conclusie dat hij niet meer kon samenwerken met deze steigerbouwer, tenzij deze de protocollen en werkwijze voor het controleren en keuren van opgebouwde steigers zou aanscherpen. Bij een juiste en gedegen controle had namelijk gezien kunnen worden dat bepaalde borgpennen vergeten waren, waardoor de tussenplaat waarover de mannen van de ene naar de andere steiger moesten lopen niet stabiel was en kon kantelen. Hetgeen dus ook gebeurde, met een nare val tot gevolg. Eyeopener voor zowel werkgever als steigerbouwer, waar helaas de onfortuinlijke werknemer een forse prijs voor moest betalen.
De Arbeidsinspectie beoordeelt vervolgens de werkgeversrapportage en het verbeterplan. Wanneer beiden voldoende zijn dan wordt het onderzoek afgesloten. Tijdens een eventuele vervolginspectie wordt gecontroleerd of de werkgever de acties en maatregelen uit het verbeterplan heeft uitgevoerd. Wanneer dat niet het geval is, zal de Arbeidsinspectie handhaven.
Zijn de werkgeversrapportage en het verbeterplan uiteindelijk onvoldoende? Dan doet de inspecteur verder onderzoek naar het arbeidsongeval. Als sprake is van overtreding van de wettelijke regels dan kan de inspecteur een boeterapport opmaken. De werkgever kan een boete krijgen en maatregelen opgelegd krijgen om een herhaling van het ongeval te voorkomen.
Tot slot, als het meer dan ernstig is: strafrechtelijk onderzoek
Bij zeer ernstige en dodelijke ongevallen doet de Arbeidsinspectie onderzoek onder leiding van het Openbaar Ministerie. Wanneer sprake is van een strafbaar feit dan wordt er proces-verbaal opgemaakt dat voor verdere afhandeling naar het Openbaar Ministerie gezonden, waarna strafrechtelijke vervolging van de werkgever kan plaatsvinden.