Blog Jasper Keizer | “Man eist 600 miljoen euro schadevergoeding na zien keizersnede van eigen vrouw.” Is dat ook in Nederland mogelijk?
Door Jasper Keizer
Op 20 september 2023 verscheen er een opvallend nieuwsbericht op Letselschade.nu over een man die maar liefst 600 miljoen euro schadevergoeding eiste nadat hij getuige was van de keizersnede van zijn eigen vrouw. Dit bericht heeft ongetwijfeld veel wenkbrauwen doen fronsen, vooral vanwege de exorbitante schadeclaim. Maar is zo’n vordering eigenlijk mogelijk in Nederland?
Het flauwe antwoord is ja, omdat je in principe alles kunt vorderen (vragen staat immers vrij). Relevanter is de vraag of een dergelijke vordering enige redelijk kans op succes heeft.
Een kleine zoekactie via Google leert dat de claim van de Australische man inmiddels is afgewezen, omdat hij aan de hand van een psychiatrisch onderzoek niet heeft kunnen aantonen dat sprake is van een “significant injury”, dat nodig is om met succes “damages for non-economical loss” te kunnen vorderen.[1] Het verzoek van het ziekenhuis om de claim daarom niet-ontvankelijk te verklaren is daarop toegewezen. De rechter heeft zich dus niet inhoudelijk over de vordering hoeven uit te laten, wat hem er niet van heeft weerhouden om de vordering te kwalificeren als een “abuse of process.”
Exemplary damages
Ik heb niet kunnen terugvinden op welke uitgangspunten de enorme hoogte van de claim was gebaseerd, maar dit zal vermoedelijk met “exemplary damages” te maken hebben, een vorm van punitive damages die in Australië in uitzonderlijke gevallen kunnen worden gevorderd bij grove nalatigheid of schuld, die niet zozeer bedoeld zijn als compensatie voor het slachtoffer, maar als bestraffing voor de veroorzaker van de schade.[2] Uit een nieuwe zoekactie op Google lijkt dan te volgen dat het maximale bedrag aan toegewezen “exemplary damages” in Australië dan 300.000 Australische dollars is, wat omgerekend neerkomt op ongeveer € 180.000. De kwalificatie “abuse of process” van de rechter zal wellicht dan ook voor een relevant deel betrekking hebben op de enorme omvang van de ingediende claim.
Als we de duizelingwekkende hoogte van de claim even buiten beschouwing laten, dan is denk ik best voorstelbaar dat het waarnemen van een zeer moeizaam verlopen bevalling, waarbij voor het leven van vrouw en kind gevreesd wordt, voor een man traumatisch kan zijn. Als de man door dat trauma letselschade lijdt, maakt zijn vordering dan enige kans?
Medische aansprakelijkheid
Het eerste en belangrijkste vereiste om überhaupt met enig kans op succes aanspraak te kunnen maken op schadevergoeding is dat er onrechtmatig of nalatig is gehandeld. Bij medische aansprakelijkheid moet dan komen vast te staan dat de (medisch) hulpverleners niet de zorg hebben betracht die onder de gegeven omstandigheden van bekwaam handelende hulpverleners (de professionele standaard) mocht worden verwacht. Dus pas als kan worden vastgesteld dat bij het uitvoeren van een keizersnede niet volgens de professionele standaard is gehandeld, kan dat tot mogelijke aansprakelijkheid leiden.
Bij een onjuist uitgevoerde keizersnede ontstaat in de eerste plaats een mogelijke vordering van de personen die direct partij zijn bij de uitgevoerde medische behandeling. Dat zijn de vrouw en het kind als zij door de gemaakte fout gezondheidsschade heeft opgelopen, die niet ook zou zijn ontstaan als de keizersnede wel correct zou zijn uitgevoerd. Afhankelijk van de ernst van het letsel van moeder en kind kan de schade dan omvangrijk zijn, zeker als een kind voor de rest van zijn of haar leven afhankelijk wordt van intensieve zorg.
De vader is geen partij bij de medische behandeling. Als “derde” kan hij aanspraak maken als zijn vrouw door de gemaakte fouten is komen te overlijden, waarbij zijn aanspraken dan beperkt blijven tot een vergoeding voor affectieschade en eventueel gederfd levensonderhoud en uitvaartkosten. Bij het overlijden van het kind blijven de vorderingen van de vader en moeder beperkt tot een vergoeding van affectieschade van € 17.500 (tenminste, als de fout na 1 januari 2019 is gemaakt) en uitvaartkosten.
De schade die de vader zelf lijdt doordat hij door de waarneming psychische klachten heeft opgelopen (en waardoor hij bijvoorbeeld arbeidsongeschikt raakt) kan worden gekwalificeerd als shock- of schokschade.
Het ''Hoogeveen''-arrest
De Hoge Raad heeft in het “Hoogeveen”-arrest[3] bepaald dat iemand (het hier ziekenhuis) die door zijn onrechtmatige daad een ander (hier de moeder en/of het kind) doodt of verwondt, ook onrechtmatig kan handelen tegenover degene (hier de vader) bij wie door de waarneming van die onrechtmatige daad een hevige emotionele schok wordt teweeggebracht. Zoals zo vaak haalt de Hoge Raad hierbij zijn “toverformule” van stal dat het antwoord op de vraag of de dader ook daadwerkelijk onrechtmatig tegenover de derde handelt, afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Relevante gezichtspunten die daarbij volgens de Hoge Raad een rol kunnen spelen zijn de (a) aard van de onrechtmatige daad en de ernst van het toegebrachte leed, (b) de wijze waarop de derde met de onrechtmatige gedraging is geconfronteerd en (c) de aard en hechtheid van de relatie tussen het directe slachtoffer en de derde. De Hoge Raad heeft daarbij nog bepaald dat de gezichtspunten steeds in hun onderlinge samenhang beschouwd moeten worden. Als één van die gezichtspunten geen duidelijke aanwijzing oplevert voor aansprakelijkheid van de dader tegenover de derde, maar de overige wel, kan desondanks aansprakelijkheid worden aangenomen als die overige gezichtspunten daarvoor voldoende zwaarwegend zijn.
Als we dit nu toepassen op onze casus, dan is de vader die in de OK bij de keizersnede aanwezig is direct geconfronteerd met de verkeerd uitgevoerde keizersnede, en de hechtheid van de affectieve relatie met zijn vrouw en kind zal ook geen bijzondere vragen opwerpen. Deze gezichtspunten “pleiten” dus (duidelijk) voor aansprakelijkheid. Dat ligt lastiger voor gezichtspunt (a) omdat de Hoge Raad spreekt over onrechtmatig handelen, waarbij ook de aard van het handelen en de intentie van de dader (bijvoorbeeld opzet) een rol kunnen spelen. Hoewel in theorie een arts ook opzettelijk verkeerd kan handelen, zal daarvan in de praktijk geen sprake zijn. Iedere arts of hulpverlener zal immers het beste willen voor zijn of haar patiënt en hem of haar in ieder geval geen leed willen berokkenen. Een medische behandeling die niet volgens de professionele standaard wordt uitgevoerd is weliswaar in juridische verwijtbaar, maar dat heeft een andere betekenis en connotatie dan “schuld” of “verwijtbaarheid” in het normale spraakgebruik. Artsen zijn nu eenmaal niet onfeilbaar en ook zij kunnen fouten maken (zoals dat ook voor advocaten en andere beroepsbeoefenaars geldt).
Daar komt bij dat de Hoge Raad spreekt over een onrechtmatige daad van de dader (het ziekenhuis) tegenover de direct gekwetste (hier de moeder en vrouw). Bij een medische behandeling (zoals een bevalling via een keizersnede) komt tussen het ziekenhuis en de moeder en kind in juridische zin een geneeskundige behandelingsovereenkomst tot stand. Als het ziekenhuis daarbij niet volgens de professionele standaard heeft gehandeld, levert dat een wanprestatie op (toerekende tekortkoming in de uitoefening van een overeenkomst) en wanprestatie is in principe iets anders dan een onrechtmatige daad. Het is echter niet zo dat het feit dat een fout in een contractuele context wordt gemaakt, “uitsluit” dat die fout onder omstandigheden (daar zij ze weer…) als onrechtmatige daad kwalificeert. Bij medische behandelingen kan dan gedacht worden aan systeemfouten (als de organisatie rondom de ingreep niet klopt, bijvoorbeeld omdat bepaalde apparatuur ten onrechte niet in de OK aanwezig is) of bij ernstige fouten waarvan de hulpverlener een stevig verwijt valt te maken (waarbij het handelen ver onder de professionele standaard is gezakt). Gezichtspunt (a) hoeft dus niet per definitie aan het slagen van een vordering van de vader in de weg te staan, zeker nu de overige gezichtspunten dus wel “pleiten” voor aansprakelijkheid.
Het recht op schadevergoeding van de vader is beperkt tot het door de confrontatie veroorzaakte geestelijk letsel, dat gelet op “aard, duur en/of gevolgen voldoende ernstig en in voldoende mate objectiveerbaar is.” Dat betekent in de praktijk dat de vader zich dan onder medische behandeling heeft moeten stellen, en dat zijn geestelijk letsel ook een relevante invloed heeft (gehad) op zijn dagelijkse leven. De gevolgen voor de vader van de confrontatie en het geestelijk moeten dus wel relevant zijn. Ook dit vereiste werpt dus een zekere drempel op.
Kortom, een succesvolle shockschadevordering van een vader die op de OK geconfronteerd wordt met een verkeerd uitgevoerde keizersnede is onder voorwaarden in Nederland mogelijk.
[1] https://www.dailymail.co.uk/news/article-12520639/Dad-sue-hospital-mental-distress-seeing-C-section.html
[2] https://www.alrc.gov.au/publication/serious-invasions-of-privacy-in-the-digital-era-dp-80/11-remedies-and-costs/exemplary-damages/