Een tsunami is een extreem hoge golf uit de zee die de kuststrook onverwacht overspoelt, veelal veroorzaakt door een zeebeving, en komen vaak voor. Deze keer bij Sulawesi in Indonesië, een groot eiland met 15 miljoen inwoners. De beving die er aan vooraf ging had een kracht van 7.7 op een diepte van 10 kilometer. Dat er een aardbeving was is dus gesignaleerd, 300 kilometer naar het zuiden. Er zijn in dat gebied vaak aardbevingen. Waarschijnlijk zijn er duizenden slachtoffers te betreuren.
Ook nu weer is de vraag of er minder slachtoffers hadden kunnen vallen bij deze tsunami.
Op de website van de Indonesische Tsunami Service Provider staat: Based on historical data and tsunami modelling, this earthquake is not capable of generating a tsunami affecting the Indian Ocean region”. Verder wordt aangegeven dat het een advies is: Only national/state/local authorities and disaster management officers have the authority to make decisions regarding the official threat and warning status in their coastal areas and any action to be taken in response. [1]
Het advies was onjuist: er kwam wel een tsunami. Hoe kunnen bovendien andere autoriteiten de juiste maatregelen nemen als het advies onjuist is?
“De kracht van de beving zou voldoende moeten zijn om aan te nemen dat we een tsunami krijgen”, zegt Abdul Muhari, tsunami-expert, die bij de NOS wordt geciteerd. Er is blijkbaar toch wel eerder gewaarschuwd voor de tsunami maar alleen via de TV terwijl volgens deze expert vanwege de aardbeving waarschijnlijk iedereen al buiten was en geen tv heeft gezien. Er waren geen sirenes. De autoriteiten hebben echter de fout gemaakt door de waarschuwing te snel in trekken. “Maar het waarschuwingssysteem moet niet worden uitgezet totdat de autoriteiten zeker weten dat er geen tsunami is. En het duurt waarschijnlijk meer dan twee tot drie uur om dat bevestigd te krijgen”, legt de expert uit. “We moeten een waarschuwingssysteem op localiseringsbasis overwegen dat via mobiele telefoons of andere manieren mensen in het getroffen gebied bereikt, zodat ze gewaarschuwd worden of updates krijgen over de situatie.”
Dit doet de lezer denken aan 26 december 2004, toen ook een zware zeebeving van 9,3 op de schaal van Richter plaats vond in de zee nabij het eiland Sumatra, ook op 10 km diepte. De daaropvolgende tsunami’s raakten vele landen, waaronder Thailand. Het Pacific Warning Centre wist 16 minuten na de beving dat deze een 8 was op de schaal van Richter. Een journalist van de Phuket Gazette vertelde toen dat de overheid in Thailand discussieerde over de beving, en dat men besloot de bevolking niet te waarschuwen uit angst voor de toeristenindustrie. Er zou een onderzoek komen naar deze gang van zaken maar daar is niets meer van vernomen. Onder de slachtoffers waren toen ook veel buitenlandse toeristen die een onderzoek zijn gestart naar de aansprakelijkheid van de overheden (en een hotel waarin de toeristen verbleven). Volgens de Oostenrijkse advocaat Hasslacher is er echter geen zaak doorgezet omdat daarvoor geen geld was, of omdat de slachtoffers financieel zijn gecompenseerd.
Er zijn dus waarschuwingssystemen voor vloedgolven (het Tsunami Warning System in the Pacific en het DART-systeem (Deep-ocean Assessment and Reporting of Tsunamis). Die moeten de tsunami’s voorspellen en dan zo snel mogelijk communiceren met de mensen die het betreft. Dat kan door sirene’s, via radio en de TV en mobiele telefoons. Onduidelijk is waarom dat in de afgelopen jaar niet is geregeld. Het advies na de beving had moeten zijn dat iedereen voor de zekerheid naar hoger gelegen plaatsen zou moeten gaan. Dit had moeten worden gecommuniceerd via alle beschikbare middelen. Dat is niet gebeurd. We moeten afwachten of er mensen zijn die hun letselschade willen verhalen.
[1] http://rtsp.bmkg.go.id/publicdetail.php?eventid=20180928171136
Martin de Witte, advocaat bij SAP Letselschade Advocaten