Recentelijk zijn er door verschillende rechtbanken en gerechtshoven uitspraken gedaan over de aansprakelijkheid van de Gemeente als wegbeheerder. Zo deed de Rechtbank Rotterdam op 16 februari 2016 uitspraak in een zaak waarbij een voetganger, na het oversteken van de weg, bij het opstappen van de stoep over een langs die stoeprand geplaatst paaltje is gevallen als gevolg waarvan hij letsel opliep. Het Hof ’s-Hertogenbosch gaf op 23 februari 2016 zijn oordeel over een zaak waarin een vrouw die over een op de stoep geplaatste varkensrug (ovaalvormige betonnen afsluiting) struikelde en letsel op liep. In beide zaken stelden de slachtoffers de Gemeente, als zijnde de wegbeheerder, aansprakelijk voor de door hun geleden schade.
Zowel de rechtbank als het hof kwamen tot het oordeel dat in deze gevallen de gemeente niet aansprakelijk was. Zo gaf de rechtbank onder andere aan dat het paaltje een zinvolle functie had, er sprake was van een overzichtelijke straatsituatie en het paaltje goed zichtbaar was door de donkere kleur. Het Hof kwam tot de conclusie dat de gemeente niet aansprakelijk was omdat de varkensrug o.a. niet op een ongebruikelijke plaats lag, deze niet gemakkelijk over het hoofd kon worden gezien en er geen gevaarlijke situatie gecreëerd werd door de varkensrug. Maar wanneer is een wegbeheerder wel aansprakelijk voor een ongeval dat plaatsvindt als gevolg van bijvoorbeeld een losse/scheve stoeptegel of een gat in de weg?
Over het algemeen zal de aansprakelijkheid van de wegbeheerder gebaseerd zijn op artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek. In dit artikel is de aansprakelijkheid voor gebrekkige opstallen geregeld. Een opstal is een gebouw of werk dat direct of indirect duurzaam met de grond is verenigd. Openbare wegen of weguitrustingen, zoals bijvoorbeeld drempels, vallen hier ook onder. Als een opstal een gebrek vertoont waardoor iemand schade oploopt, is de eigenaar van het opstal in beginsel aansprakelijk voor die schade. Het is dus wel nodig dat de weg of hetgeen op de weg staat een gebrek vertoont. Van een gebrek is sprake als de weg of de weguitrusting niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor een gevaar oplevert. Er moet dan ook gekeken worden naar de kans dat dat gevaar ook daadwerkelijk intreedt en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk zijn. Wanneer er niet voldaan wordt aan bepaalde regels of normen die gelden voor de weg en de weginrichting, bijvoorbeeld een te hoge drempel, betekent dat in veel gevallen al dat er sprake is van een gebrek. Als slachtoffer van een ongeval door een gebrek in de weg of gebrekkige weguitrusting dient u zelf te bewijzen dat de weg gebrekkig was en dat u daardoor letsel hebt opgelopen; dat is wettelijk zo geregeld. Hiervoor kan het bijvoorbeeld heel belangrijk zijn dat u foto’s maakt van de situatie waardoor u letsel hebt opgelopen. Mochten er getuigen zijn geweest van het ongeval kan het ook behulpzaam zijn om hun namen en gegevens te noteren, zodat indien nodig zij ook kunnen helpen bij het leveren van het benodigde bewijs.