Aansprakelijkheid bij valpartijen op of van speeltoestellen
Volgens berichten in de media en berekeningen van VeiligheidNL is sprake van een grote toename van ongelukken met springkussens. Twee jaar geleden (2016) overleed een vierjarig jongetje na een val van een springkussen en deze zomer (2018) raakten zes kinderen gewond bij een ongeluk met een groot springkussen in Emmen. In het afgelopen jaar (2017) is zelfs aan 2200 mensen eerste hulp verleend na een valpartij op of van een springkussen. Als gevolg van deze valpartijen lopen slachtoffers steeds vaker ernstig letsel op, zoals botbreuken en hoofdwonden.[1]
In Nederland is de veiligheid van speeltoestellen afzonderlijk geregeld in het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen.[2] Hierin is bepaald dat het verboden is een attractie- of speeltoestel te vervaardigen, te verhandelen of te gebruiken, indien niet wordt voldaan aan de veiligheidsvoorschriften.[3] Een eigenaar van een speeltoestel (vaak de beheerder) moet zich houden aan de hierin voorgeschreven regels. Indien in strijd met deze regels wordt gehandeld, kan dit aansprakelijkheid opleveren voor het ontstaan van letsel. Niet alleen eigenaren, maar ook producenten, toezichthouders en huurders kunnen aansprakelijk zijn, bijvoorbeeld als (respectievelijk) het toestel een constructiefout bevat, het toezicht onvoldoende consequent is uitgevoerd of het toestel verkeerd is gebruikt.
Van aansprakelijkheid is niet alleen sprake indien het toestel gebrekkig is, maar kan ook volgen indien geen of onvoldoende veiligheidsmaatregelen zijn getroffen om een gevaarzettende situatie te voorkomen. Te denken valt aan het goed vastzetten van een springkussen, het zorgdragen voor een zachte ondergrond, het plaatsen van een waarschuwingsbord en bijvoorbeeld het hanteren van een maximum aantal personen op een springkussen.
Daarnaast is het houden van toezicht van groot belang. De Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (hierna: NVWA) houdt toezicht op bijvoorbeeld speelparadijzen voor kinderen. Zij controleert speeltoestellen op veiligheid. Volgens de NVWA is sprake van een onveilig speeltoestel indien deze niet correct wordt geplaatst, een veiligheidscertificaat ontbreekt en of sprake is van een technische fout. Bij onvoldoende zorgvuldig toezicht kan echter ook de NVWA aansprakelijk zijn. Zo heeft de NVWA op 3 september 2018 de aansprakelijkheid erkend voor het overlijden van een peuter na een fatale val van een speeltoestel.[4]
Speeltoestellen moeten veilig zijn, nu juist een kind niet is bedacht op mogelijke gevaren bij het spelen. Het Warenwetbesluit Attractie- en Speeltoestellen biedt handvatten voor een veilig situatie. Indien het dan toch mis gaat op een springkussen, kan onder omstandigheden de producent, de eigenaar, de huurder of zelfs de toezichthouder de dans van aansprakelijkheid niet ontspringen.
[1] https://nos.nl/artikel/2247482-elke-dag-zes-ongevallen-met-springkussens.html.
[2] https://www.nvwa.nl/onderwerpen/speeltoestellen/warenwetbesluit-attractie-en-speeltoestellen.
[3] http://wetten.overheid.nl/BWBR0008223/2016-05-25.
[4] https://www.nu.nl/binnenland/5445365/nvwa-erkent-aansprakelijkheid-dood-van-kind-val-van-springkussen.html.
Auteur: Michelle Kootkar, Sap Letselschade Advocaten